Bijbelverhalen

11 Behouden worden door genade (Hoorspel)

——————————-
Twee stemmen.
Geluid:
Het enige geluid dat erbij zou kunnen is “deurbel” en “deur open en dicht”.
——————————-

Aankondigen:
Onze verslaggever ging deze week op bezoek bij een echte Rotterdammer, die onverbloemd zijn
mening gaf over ons onderwerp. Jammer genoeg hadden we nogal last van zijn tienerzoon Sjakie, die
ertussendoor praatte. Luistert u naar de reaktie van meneer Kees Goedbloed op ons onderwerp:
BEHOUDEN WORDEN DOOR GENADE.
Kees:
Ja, hoores, wat gaan jullie nou weer voor een onderwerp houwe? Behouwe worde… door genade?
Laat me niet lache. Man, dat is toch uit de tijd, niet dan? Net of je verloren ken gaan of zoiets. Jullie
wille ons toch niet bang make met de hel, hè? Daar houw ik niet van. Dat heb me vader al genoeg
gedaan. Man. laat naar je kijke, de hel. Die bestaat alleen maar in de hersens van die schijnheile…
Sjakie:
Nou pa, as jij weer es in de klins leg met ma, lijkt het best veel op de hel. Vorige week nog sijn de bure
komme klage.
Kees:
Sjakie, hou jij je d’r buite, ga jij maar met die Ajaxfans knokke, dan ken je lekker op je donder krijge,
net as verleden week. Kijk, man, ik seg maar so, ik doe geen vlieg kwaad.
En ik geef ieder het sijne…
Sjakie:
Behalve de belasting, hè pa? Se wete lekker niet, dat jij swart bijverdient met schilderklussies…
Kees:
Jonge, dat heb er effe niks mee te make. Moet jij geen huiswerk make? Ik sit effe intellekteweel te
prate met meneer, hè? Het gaat effe niet over persoondelijk.
Sjakie:
Ja pa.
Kees:
Waar was ik ook al weer gebleve? O ja, behouden worden door genade. Ik ken die woorde niet uit me
bek krijge, man. Nou kijk. As ik bij wijze van spreke me laaste adem uitblaas, begrijpie me? Nou dan
zeg ik tege God: “Hier is Kees. Ik heb gedaan wat ik kon en daarmee basta.” Daar mot ie dan maar
genoege mee nemen.
Hij heb me bij wijze van spreke toch zelf gemaakt, Ja toch? Niet dan? Kijk, as God alleen maar van
heilige boontjes houdt, dan mot ie dat zelf wete, netuurlijk. Zijn goed recht, maar ik ben gewoon wie ik
ben. ‘k Heb wel een grote bek, maar een klein hartje al zeg ik het zelf.
Sjakie:
Een klein swart hartje…
Kees:
Sjakie, etterbakkie. Ik waarschouw je hoor! Laat me nou effe intellekteweel prate met meneer hier, ja?
Sjakie:
O sorry, hoor! (BEL)
Ik doen wel effe ope. D’r wordt gebeld.
Kees:
Kijk, meneer. Zo staan de zake. En dan hebbe we nog niet eens gepraat over genade. Wie wil d’r nou
van genade leve, meneer. Dat gaat toch je eer te na? Luister nou es. Jij ben nog jong. Ik ben een man
van de wereld. Ik heb alle zeeën van de wereld bevare… Mij hoevie niks meer wijs te make. Maar as ik
iets heb gedaan, hoef een ander daar niet voor op te draaie, snappie? D’r hoef geen mens voor mij
aan het kruis te gaan. Ik sal gewoon rechtop staan en zegge: Hier is Kees, wat hebbie op me tege?
Sjakie:
Pa, ze zijn met een collecte voor Afrika.
Kees:
Sjakie, la me nou effe prate, ja. Ze kenne de klere krijge…
Sjakie:
Ja pa.
Kees:
Let maar niet op hem, meneer. Neem nou de polletiek…
Sjakie:
Pa, bedoelie dat zakkie dat op de gang staat?
Kees:
Stoor me nou niet steeds, Sjakie, ik kan so niet een fetsoendelijk gesprek voere met deze meneer van
de radio.
Sjakie:
Ja pa, (deur open en dicht. Sjakie komt weer binnen.)
Ze bedanke je nog hartelijk. ’t Ware aardige mense.
Kees:
Bedankten? Waarvoor?
Sjakie:
Voor dat sakkie klere wat op de gang stong.
Kees:
Me nieuwe pak!!!… Je heb me nieuwe pak weggegeven! Snotjong! Ik zal je!
Veel lawaai. Sjakie krijgt genadeloos op z’n donder. Onze verslaggever gaat teleurgesteld naar huis.
Die Rotterdammers toch!

Download PDF