Geef hier! schreeuwt Davidje. Hij is leuk aan het spelen met de knikkerbaan. Als je bovenin knikkers gooit ratelen ze snel naar beneden. Dat is heel leuk. Davidje probeert om drie knikkers tegelijk te laten beginnen. Dat is moeilijk, hoor! Rtt! Rrrrt, rrrt! Maar dan ziet hij Fanka. Zij pakt zomaar zijn politieauto beet. Dat wil David niet. Geef hier. Die is van mij, kubbelummel, schreeuwt hij. Hoe komt hij nou aan dat rare woord? Van school natuurlijk. Op het schoolplein lopen grote jongens. Ze schreeuwen vaak vieze woorden. David heeft goed geluisterd. En nu probeert hij ook zo te schelden. Oma hoort het. Zij wordt echt boos. David krijgt een klap. Pas op! zegt ze. David. Ik wil dat woord nooit meer horen. David begint hard te huilen. Hij vindt oma niet meer lief. Oma maakt oorlog, roept hij. Is dat waar? Nee, zegt oma. Ik wil dat je netjes praat. Je bent toch een Christen? En Christenen hebben een schone mond. Even later is David het verdriet te boven. Hij komt lekker bij oma kroelen. Want ze gaat voorlezen. En daar houdt hij van.
Een vies woord
- Verftekenen
- Geluksblaadje