’s Morgens denkt de kikker: ”Ik zie het vandaag niet
zitten.
‘k Wil liever verder pitten dan naar die saaie school.
’s Middags gaat het door hem heen, ’t valt allemaal wel
mee.
Mijn vriend en ik die kwaken zo geinig en in koor.
We pesten leuke meiden daar ben je een kikker voor.
Maar als het ’s avonds donker wordt, dan wordt de
kikker blue.
Zijn kwaakjes worden gevoelig, zijn lijf is zwaar en hoe.
’t Is maar zelden dat de kikker nog na elven lacht.
Zijn kop is duf, z’n ogen suf.
Hij laat zich wat vermaken, zit achter de computer kreten
te slaken.
En als het beeldscherm eindelijk ver over twaalven
dooft…
Dan heeft ons kikkertje zichzelf voor morgen
een betere dag beloofd.