O, wat is die Stefan toch een sloddervos. Als hij uit school komt smijt hij z’n tas op de grond, hangt zijn jas half over de knop van de verwarming en plaatst zijn schoenen precies voor de deur, zodat iedereen erover kan struikelen. ’t Is elke dag hetzelfde liedje.
‘Stefan, ruim je troep op.’ zegt moeder.
Leert hij het nooit?
Maar vandaag heeft ze een verrassing voor hem in petto.
Na het eten gaat Stefan naar zijn kamer om er te spelen. Hij heeft een hele stad van Playmobil opgebouwd, een wereld apart. Niemand mag iets verzetten, wat wel moeilijk is als er gestofzuigd moet worden. Op de tafel in de hoek staat een kasteel van legoblokjes. Daar mag ook niemand aankomen…
Overal op de grond en op de stoelen liggen rommeltjes. Vuile kleren, een oude verfkwast, een open lijmpotje, snoeppapiertjes, gymspullen… Kortom het is een zootje. Meestal raust moeder er vrijdags een lekker doorheen, zoals ze het zelf noemt. Daar wordt Stefan alleen maar gemakzuchtiger van. Moeder lijkt wel een slavin. Ontelbare keren heeft hij straf gekregen, maar niks hielp.
Als aan de grond genageld staat Stefan voor zijn kamertje stil. Wat is dat? Schuin over zijn deur is een reep papier geplakt, waarop met grote letters staat: ‘Onbewoonbaar verklaard.’
Och, Stefan mag niet meer in zijn eigen kamer slapen vanwege de bende. Dat komt hard aan…
Opa zit te wachten op een telefoontje. Hij heeft thee gezet en krentenbollen gesmeerd. Nu nog even in de logeerkamer kijken. Prachtig! O, wacht, z’n werkbroek moet er nog bij. Zo! Wat zal zijn kleinzoon straks grote ogen opzetten…
Tring! Daar gaat de telefoon. Een bedeesd stemmetje vraagt: ‘Opa, mag ik vannacht bij je slapen? Mijn kamertje is dichtgeplakt en oma slaapt in de logeerkamer.
Opa grijnst. Hij was ervan op de hoogte.
Die avond slaapt Stefan op de grond in opa’s logeerkamer. Op de grond? Ja, want opa had een hele berg oude kleren onder de dekens gelegd. Dus kon hij ook al niet op dat bed slapen. Wat Stefan niet weet is echter, dat zijn eigen kamertje thuis achter gesloten deur keurig aan kant gemaakt is. Moeder kocht zelfs een nieuwe dekbedhoes voor hem. Kijk hem daar nou liggen… Om z’n mond zit nog de poedersuiker van opa’s krentenbollen, maar in zijn hart schaamt hij zich. Opa en hij hebben daarnet fijn gepraat. Over goed zijn voor je ouders en zo. Glimlachend wenst opa hem welterusten en dan plakt hij gniffelend een strook papier op de buitenkant van de deur.
‘Onverklaarbaar beloond!’ staat erop.
Vraag 1: Waarom moet je je rommel opruimen?
Vraag 2: Is je moeder ervoor om jouw rommel op te ruimen?