Bijbelverhalen

03.Regels

Stefan komt uit gymnastiek. Hij moet met zijn fiets stoppen bij een stoplicht.

‘Bah!’ moppert hij. ‘Altijd is dat licht rood. Er komt niet eens een auto aan.’

Wat stom eigenlijk om een lichtje over jou de baas te laten zijn. Zou hij doorrijden? Zich nergens wat van aantrekken? Ja, maar als er dan ineens toch wat aankomt? Hij aarzelt. Toch maar niet doen…

Nogal mopperig vindt hij, thuisgekomen, opa’s dagboek op zijn bed. Nou, misschien weet opa waarom er per se verkeersregels moeten zijn. Met grote hanenpoten schrijft hij erin: ‘Opa, waarom zijn er eigenlijk verkeersregels? Het leven zou zonder verkeersregels veel leuker zijn, net als bij apie-apie.

O ja, en dan nog een vraag. Wilt u niet een potje met ons voetballen? Japie en Mario doen ook mee. Groetjes van Stefan.’

Apie-apie is het leukste wat Stefan en Shirley op gymnastiek doen. Ze krijgen het maar een heel enkele keer. De gym juf zet dan alle apparaten klaar, ook de minitramp. Eerst mogen ze alles uitproberen en dan spelen ze tikkertje met verlos. Het is vreselijk lachen met apie-apie, omdat er geen regels zijn. Alles mag, als je maar uitkijkt bij de minitramp. Met een zucht doet Stefan het dagboek in een krant en legt het op het kastje bij de buitendeur. Als opa dan komt, kan hij het meenemen.

Een poosje later leest opa wat Stefan heeft geschreven. Hij zucht: ‘Jammer dat ik m’n voetbalschoenen uitgeleend heb aan mijn vriend Wouter.’ (Dat was zestig jaar geleden)…’ En bovendien heb ik niet meer zulke elastieken benen als vroeger. Maar ik kan allicht voor scheidsrechter spelen.’

Het is woensdagmiddag. Op het grote grasveld wordt een vreemd partijtje voetbal gespeeld. Opa doet echt wel z’n best, maar hij kent de regels niet meer zo goed. Met een rood hoofd loopt hij te fluiten. Een corner noemt hij hands en van hem mag de keeper, Stefan, niet met zijn handen aan de bal komen. Nou ja, dan zit’ ie toch altijd! Slap van de lach komen ze thuis. Moeder roept met de vingers in de oren: ‘Veeg je benen!’

Daar moeten Mario en Japie helemaal om lachen. Ze gaan door de knieĆ«n om de benen te vegen in plaats van de schoenen…

Even later zitten ze achter een lekker kopje thee nog na te kletsen. Die opa. Hij gaf zelfs een strafpunt als iemand de bal van een ander afpakte. Haha! Trouwens, waar is hij eigenlijk?

Ze vinden hem in de woonkamer, bezig in het dagboek te schrijven.

‘Woensdag 3 juni. Voetbalwedstrijd. De kneusjes tegen de brulboeien. Uitslag tien-elf.’ En hij schrijft eronder: ‘Waarom ze zo moeilijk deden over die regels weet ik niet. Ik floot in ieder geval een beste wedstrijd.’

Vraag 1: Waarom zijn er verkeersregels nodig?

  1. Waarom zijn er spelregels nodig?
  2. Waarom zijn er leefregels nodig? (De tien geboden.)
Download PDF