‘Opa,’ roept Stefan als hij om vier uur bij Opa Krentenbol binnenstormt. ‘Wilt u met me meegaan naar de bieb? Ik moet een spreekbeurt houden over het milieu en dan moet ik een paar boeken hebben. Ja?’
‘Mmmm,’ bromt opa, ‘Al dat moderne gedoe. Houd liever een spreekbeurt over de KLM dat is pas interessant.’
‘’De KLM bestaat niet meer,’’ zegt Stefan. ‘’Dat is van vroeger.’
Nee, Stefan wil per se het milieu doen. Hoogstens kan hij terloops vermelden dat straaljagers ook veel verontreiniging geven. ‘Eerst even de vuilnisbakken buitenzetten,’ zegt opa. ‘Ze staan in de tuin en moeten naar de straat. Help je even mee?’
Terwijl Stefan het oude hout oppakt, neemt opa de plastic zak voor zijn rekening. Kletterdekletter! O wee! Er hebben veldmuizen in de nacht aan de zak geknaagd. Al de troep rolt uit de kapotte zak. Een regelrechte milieuramp. Mopperend stopt opa de viezigheid in een nieuwe zak. Waar komt al dat afval toch vandaan? Verpakkingen van koekjes, snoepjes, vlees, appels, groenteresten, aardappelschillen, een oude dooie plant, afgekloven kippenbotjes en vooral veel plastic en blikjes. Opa zucht. Hij moest toch maar eens proberen minder afval te produceren. Maar hoe?
‘De auto’s, opa!’ besluit Stefan na het lezen van een paar boekjes. ‘Dat zijn de grootste vervuilers. Die uitlaatgassen zijn schadelijk voor de bossen. Gelukkig hebben wij geen auto, hè?’
Hij neemt een grote hap uit een krentenbol, die opa voor hem heeft gesmeerd. Opa knikt terwijl hij een blikje cola opentrekt. ‘Ze moesten die fabriek hier aan de Schelpweg ook maar eens goed controleren. Die geeft me toch een vieze uitstoot. Weet je wat ze daar maken? Van dat smerige plastic, dat je overal langs de weg tegenkomt. Het verteert van je lang zal ze leven niet.’
‘Bedoelt u dat plastic dat om uw krentenbollen zit, opa?’ vraagt Stefan droog. ‘Hè?’ stottert opa, ‘Eh… juist, ja dat.’
Een negen voor de spreekbeurt. Stefan rent luid ‘Jèhhh!’ roepend de school uit met Japie op zijn hielen. Bijna lopen ze de schoonmaker omver die het graffiti van de muur haalt met een spuit. Bah! Wat stinkt dat spul.
‘Kan die net zo goed laten,’ grinnikt Japie, ‘Morgen koop ik van m’n zakgeld een nieuwe spuitbus. Vind je Mouse een leuke tag?’
‘Mmm, gaat wel,’ zegt Stefan, ‘Niet echt snel.’
In de winkelstraat ontdekken ze Opa Krentenbol. Hij helpt een arme duif van een netje af, dat om een onverklaarbare reden om zijn poot is komen zitten. Na veel gefladder en getob kan het beest weer vliegen.
‘Komt allemaal doordat de mensen van alles op straat gooien. De dieren lijden eronder.’ zegt opa boos.
‘Een droppie, opa?’ vraagt Stefan om hem te troosten.
‘Ja, lekker,’ antwoordt deze. Hij stopt de zwarte lekkernij in zijn mond en gooit het papiertje op straat. Vanuit de lucht laat de duif een poepje vallen op opa’s pet. Bah! Vies beest!
Vraag 1: Waarom gooien mensen rommel op straat?
Vraag 2: Hoeveel weggeworpen blikjes tel je van school naar huis?