Bijbelverhalen

40.Shirley leert Niesje beter kennen

Er is een spelmiddag op school. Stefan en Shirley verheugen zich erop. Het wordt een soort zeeroversspel. Stel je voor! Als ze aankomen horen ze al meteen wie er in hun groep zitten. Stefan is best tevreden, maar Shirley roept: ‘Hè nee. Niet Niesje, hoor! Die kan niks!’

De andere meiden zijn het roerend met haar eens. Met lange gezichten en grote monden wordt er bij de leiding geklaagd.

‘Mag Annabel met Niesje ruilen?’ fleemt Shirley, ‘Dat is mijn beste vriendin.’

Arme Niesje. Wat naar te horen dat de anderen zo over haar denken. Ze zou wel door de grond willen zakken. Gelukkig neemt meester het voor haar op. ‘Jullie moesten je schamen,’ zegt hij kwaad. ‘Niesje is een fijne meid. Ook met haar moeten jullie samenwerken!’ Bokkig vertrekt de groep naar de eerste opdracht.

Inderdaad is Niesje bij alle onderdelen de laatste. Bij het touw slingeren over een sloot valt ze zelfs in het water, wat de groep een strafpunt oplevert. Shirley wordt steeds pissiger tegen haar.

‘Schiet toch op, trut!’ sist ze als Niesje aarzelend over een smalle loopplank naar boven gaat. Opa Krentenbol die als supporter toekijkt, schaamt zich dood voor zijn kleindochter. Voor hem is de lol er gelijk af. Triest sloft hij naar huis om een kopje thee te zetten. Dat is om beter na te denken.

Het is een paar dagen later. Over de open landweg fietsen drie mensen: opa, Shirley en Stefan. Ze zijn op weg naar het dierenasiel op de Buitendijk. Opa heeft namelijk muizenkeutels in de keuken ontdekt. Dus gaat hij zich een kat aanschaffen.

‘Hé, hallo!’ horen ze een meisje roepen als ze afstappen. Tot hun verbazing ontdekken ze Niesje bij het hek. Haar ouders beheren namelijk het asiel. Shirley voelt zich vreselijk opgelaten. Te meer omdat Niesje, vergevingsgezind als ze is, hen hartelijk begroet. Als ze hoort waarvoor ze komen, gaat ze zelf mee langs de hokken en zoekt een prachtige witte kater uit. Trots kijkt het beest hen aan, de staart om de poten gekruld.

‘Nee.’ bromt opa. ‘Die niet. Zo’n schoonheid kun je aan iedereen kwijt. Ik wil een overblijvertje, een poes die niemand wil.’ Niesje kijkt opa ernstig aan. Ze begrijpt meteen wat hij bedoelt.

‘Moessie,’ zegt ze, ‘Dan moet u haar nemen. Ze heeft maar een halve staart.’

‘Kan mij niet schelen,’ lacht opa, ‘als ze maar muizen vangt.’

Onderweg naar huis, met de kat in een speciale doos bij opa achterop, is Shirley opvallend stil. Ze denkt na over Niesje. Wat een leuke meid is dat eigenlijk. Ze weet alles van kattenrassen, hondenstambomen enzo. Elke ochtend staat ze om zes uur op om de beesten te verzorgen. Opa ziet haar denken. Hij is dik tevreden.

‘Nog trek in een verse krentenbol?’ vraagt hij als ze de bakkerszaak passeren? Ja, opa heeft iets te vieren.

Vraag 1: Heb jij een hekel aan een bepaald kind?

Vraag 2: Weet je ook leuke dingen van dat kind op te noemen?

Download PDF