Bijbelverhalen

Au bloed!

David staat op de leuning van de stoel. O, pas op, roept oma die net binnenkomt. bloedWaarom doe je dat? Ik wil dat spel pakken. Daar bovenop de kast. Nee, dat is een grotemensenspel. Ik pak wel een puzzel. Wil je de puzzel met de reus erop? Of de puzzel met de konijntjes? David kiest voor de reus. Blij holt hij naar de tafel. Maar o, onderweg schopt hij met zijn ene voet tegen zijn andere voet. Au, bloed! Oma, au, au! Ik bloed. Geef gauw een pleister. Oma kijkt even naar het bloed. Och, het is maar een speldenknopje. Daar hoeft geen pleister op. Daar komt vanzelf een korstje op. Alleen als bloed druppelt gaat er een pleister op. Nee, nee. Au, au! Ik wil een pleister. David blijft een hele tijd doorhuilen. Dikke tranen rollen langs zijn wangen. Opa komt binnen. Geef hem toch een pleister, zegt hij. Kleine kinderen willen graag pleisters. Nee, zegt oma. Dat is flauwekul. Ze neemt David even op schoot. David, de Heer Jezus heeft ons bloed zo mooi gemaakt. Het gaat vanzelf stollen en dan komt er een korstje op. Onder het korstje groeit weer een nieuw velletje. Later zie je er niks meer van. Een uurtje later kijkt David nog eens naar het bloed. En raad eens… Ja. Er zit een korstje op. Oma had toch gelijk.

Download PDF