Bijbelverhalen

Een spannend kerstverhaal

Tringggg Tringgg tringgg
Jodi ligt lekker warm onder haar dekbed als de wekker afloopt. Ze schrikt wakker.
Waar is ze? O ja, ze is alleen thuis, mamma is vanochtend toen ze nog sliep al heel
vroeg vertrokken naar Amsterdam met de baby Pam in de kangeroodoek.
Tring, tring, tring!
Houd dat ding nou nooit op? Mamma had de wekker bij haar bed gezet, omdat ze
Jodi niet zelf wakker kan maken om acht uur.
Jodi vliegt overeind. Nou moet het afgelopen zijn met dat rotding. Ze geeft hem een
klap op zijn kop, maar de wekker blijft gewoon doorgillen.
Tring! Tring!!
Jodi wordt er gek van. Ze smijt hem door de kamer heen en gilt. Hou op, ik kom niet
uit bed. Ik wil niet naar school, eikelding!
Tring, tring, tring!
In een hoek ligt de wekker nog gewoon door te gillen. O, nou moet Jodi ook nog uit
bed, met haar grote blote voeten op het koude zeil.
Stop! Gilt ze, maar de wekker blijft gewoon doorratelen. Jodi denkt even na. Weet je
wat, ze stopt hem onder haar matras met een kussen er bovenop. Heel zachtjes en
in de verte klinkt nog het ring, tring… Na een tijdje stopt het ding vanzelf.
Door dat gevecht met de wekker is Jodi nu meteen klaar wakker.
Het is de woensdag voor kerst. Wat zal ze eens gaan doen? Een ding is zeker. Jodi
gaat niet naar school vanochtend. Gewoon geen zin. Lekker spijbelen en doen waar
je zelf zin in hebt. Omdat het woensdag is is het toch maar een halve dag. Met een
lekker broodje met veel jam, pindakaas en chocoladehagelslag boven op elkaar,
duikt ze achter de tv in haar pyjama, haar kroesharen als een wild oerwoud overeind.
Dit wordt vast een superdag.
Om een uur of twaalf heeft Jodi tien filmpjes gezien, zich aangekleed, een fles cola
leeggedronken, de restjes chips van de vorige avond opgegeten en vijf spelletjes op
de computer gedaan. Ze rekt zich eens uit. Bah, wat word je suf en stijf van al die
beeldverslaving.
Voordat ze kan bedenken wat ze verder zal gaan doen gaat de bel. Wie zou dat nu
zijn. Jodi kijkt door het raampje in de deur. Er staat een man voor. Zou ze open
doen? ‘Wat wilt u?’ schreeuwt ze. De man zegt: ‘Ik heb een belangrijke brief voor je
moeder. Doe open.’
Jodi aarzelt. Ze mag geen vreemde mannen binnenlaten.
‘Doe de brief maar door de brievenbus,’ schreeuwt ze.
Nee, dat kan niet, ze moet tekenen. Op haar hoede opent ze de deur.
De man blijkt een deurwaarder te zijn met een dwangbevel. Jodi weet best wat dat is.
Als je veel schulden hebt en je betaalt niet, dan komt zo iemand aan de deur. Binnen
een paar weken betalen, anders word je je huis uitgezet. Er zijn al meer
deurwaarders aan de deur geweest.
Ze tekent en de man verdwijnt. Jodi gaat maar meteen even de post uit de
brievenbus halen. Natuurlijk niet vergeten de sleutels mee te nemen. Stel je voor,
straks kan ze niet eens in haar eigen huis.
Er liggen drie brieven en een kaart in het postvakje. Rekeningen en een kaart van
haar tante in Suriname.
Nou, zal mamma blij mee zijn. Ze smijt de rekeningen met een zucht in de la van het
dressoir, bovenop de ongeopende stapel vorige rekeningen. Ze krijgt en eng gevoel
in haar maag als ze eraan denkt, dat… wie weet, er op een dag mannen komen die
hen het huis uit gaan zetten.
Waar moeten ze dan naar toe… Zwerven, buiten slapen onder een vuile deken?
Plotseling klinkt er een vrolijk deuntje. Jodi graait haar gsm naar zich toe. Het is
mamma.
‘Hai schat,’ zegt mamma gejaagd, ‘ben je al uit naar school? Gelukkig, ik bel je even,
want je moet meteen weg. Doe je jas aan, pak de sleutels en ga zo gauw je kunt
weg.’
Weg? Waarom dat?
‘Ja, weg, deur op slot draaien, geen gas of elektrisch aanlaten… Ga maar naar eh…
Eh, ga maar naar de moeder van je vriendinnetje, of zo.’
Wat is er aan de hand? Waarom zo’n haast? Is er gevaar.
‘Ja, groot gevaar. Brakkie, die neef van ons… hij wil mij dwingen om drugs te
smokkelen, bolletjes te slikken, je weet wel en nu zijn ze op weg om jou….’
Tringtringtring
De deurbel gaat heel dringend. Jodi schrikt.
‘De bel, mam…’
‘Niet opendoen! Luister, Jodi…’
De verbinding wordt verbroken. Jodi is doodsbang.
Tringtringtring! Iemand trapt tegen de deur. Jodi graait haar jas en sleutels bijeen en
gaat naar het achterbalkon. Zorgvuldig sluit ze de balkondeur weer dicht en dan klimt
ze over het hek, dat hun woning scheidt van de buurvrouw, oma Pia. Het is erg
gevaarlijk, ze slingert haar benen buitenom en komt met een plof op oma Pia’s
balkonnetje.
Die schrikt zich naar als ze ineens op haar balkondeur hoort kloppen. Jodi gebaart
met haar hand tegen de mond, dat oma niet moet praten en zachtjes sluipt ze naar
binnen.
‘Oma, draai de deur op slot, gauw!’ hijgt ze.
Even later zit ze achter een warme kop chocolademelk op de bank bij oma Pia. De
overgordijnen hebben ze dichtgedaan, voor de inkijk. Hier is ze veilig. Oma Pia heeft
mamma gebeld en nu weet ze precies wat er aan de hand is.
Mamma is naar Amsterdam om geld te krijgen om haar schulden af te betalen. Ze
dacht dat haar neef wel zou willen helpen, maar dat blijkt een gangster te zijn. Hij
dreigt met ontvoering van Jodi als ze niet ingaat op zijn voorstel. Mamma is nu
onderweg naar haar ouders, die ze een paar jaar niet gezien heeft. Zouden ze haar
nog te woord willen staan na die grote ruzie van destijds? En wat erg belangrijk is,
zouden ze haar willen helpen om haar schulden te betalen?
Oma Pia stelt Jodi gerust. Ze heeft een manier van doen, die Jodi kalmeert. Vooral
als ze de kinderbijbel pakt met die mooie platen en het kerstverhaal gaat lezen. Jodi
weet er niet veel van.
Ze hoort het verhaal van een vrouw, Maria, en Jozef haar man, die ook moesten
vluchten met hun kindje voor een gemene koning. Die koning wilde alle kleine kindjes
vermoorden, omdat hij bang was dat een van hen in zijn plaats koning zou worden.
Het loopt gelukkig goed af voor het kindje Jezus.
‘Pia, waarom zijn er eigenlijk zoveel gemene mensen op de wereld, ik hoor dat ook
vaak op de tv en ik lees erover in de krant.’
Pia aait even over Jodi’s krullenbol, ‘alle mensen hebben zonde gedaan, niet een
uitgezonderd, ook jij en ook ik.’ zegt ze. ‘Daarom kwam Jezus nu juist naar de aarde.
Hij was Gods zoon. Later heeft Hij onze straf gedragen aan het kruis. Kijk maar.’ Ze
bladert wat door de kinderbijbel. Jodi ziet een man aan een kruis hangen. Bizar, wat
eng!
Pia legt uit wat Jezus voor ons heeft gedaan. Ze vertelt van de kribbe, de stal, de
herders en de wijzen. Ook van de genezingen die Jezus deed en van zijn prachtige
woorden die mensen troostte. Jodi wist helemaal niet dat Jezus ook voor haar een
plaatsje klaar maakte in de hemel. Ze wil eigenlijk graag bij Jezus horen.
Plotseling horen ze een politiewagen aankomen in de straat. Ze gaan even achter de
gordijntjes loeren.
Peppu, peppu, met piepende remmen stopt de wagen voor de deur van hun
flatgebouw.
Er springen twee agenten uit die meteen naar binnen rennen. Wat is er gebeurd?
Heeft mamma soms de politie gebeld? Zitten die maffialui soms bij Jodi in huis?
Ja, zo is het. Jodi trilt van angst. Oma Pia drukt haar stevig tegen haar blauwe
schort, die naar afwaswater ruikt. Ze horen gestommel in het huis, geschreeuw:
‘Handen omhoog! Politie! Leg je wapen neer!’
‘Jezus wilt u ons bewaren,’ bidt Pia en Jodi bidt mee. ‘Jezus, help.’
Na een paar minuten zien ze dat de politie twee mannen geboeid in de politiewagen
duwt. Er staan nu veel mensen te kijken. Ze praten in groepjes verder over wat er
gebeurd kan zijn.
Jodi hoort haar gsm weer afgaan.
‘Mam?’ snikt ze.
‘Jodi!! Lieverd, leef je nog?’
‘Doe niet zo stom, mam. Tuurlijk leef ik nog, ik zit bij buurvrouw Pia.’
‘Kind, ik heb doodsangst uitgestaan.’
‘Nou, anders ik wel.’
‘Ben je veilig?’
‘Jaha! Waar ben je, mam?’
‘De auto waar ik in zit draait net de hoek om. Zie je me? Ik kom eraan met Pam, de
baby.’
Met een auto?
‘Van wie is die auto dan?’
‘Lieverd, wees blij. Het is de auto van oma en opa. Het is weer goed tussen hen en
ons. Ze hebben me thuisgebracht en… raad eens wat? Ze betalen al onze schulden.’
‘O ja, mam. Er was ook een deurwaarder en drie rekeningen…’
De gsm valt weer uit. Ze moet hem nodig opladen.
Buiten stopt de auto van opa en oma.
‘Danku Jezus!’ roept Pia.
‘Ja, danku Jezus,’ roept ook Jodi.
Ze heeft haar eigen kerstfeest gekregen. Jezus werd in haar hart geboren. En Hij zal
haar nooit meer verlaten.
Jodi en Pia gaan gauw naar buiten om hen te begroeten. Mamma en Pam, die kleine
dikke schat en ook… opa en oma, die ze al zo lang niet gezien heeft. Ze heeft al die
tijd naar hen verlangt, want het zijn zulke lieve schatten.
En wat is er veel te vertellen.
Mamma is zo blij, dat ze geen geld hoefde te verdienen met bolletjes slikken.
Gelukkig maar, wie weet was ze dan doodgegaan of in de gevangenis
terechtgekomen. Je moet er niet aan denken wat er met kleine Pam gebeurd zou
zijn. Het is een wonder. Ze zijn allemaal veilig. En op straat slapen? Dat gaat niet
gebeuren, want opa en oma betalen alle schulden.
‘Het is net als Jezus,’ zucht Jodi als ze die avond haar bed in kruipt.
‘Wat bedoel je?’vraagt mam die haar welterusten kust.
‘Nou, Jezus betaalde ook al onze schulden. Daar zal ik je later wel over vertellen.’

Download PDF