Bijbelverhalen

ILL. 002 De slager

 

Veel toeristen bezoeken het land Israël. Tegen redelijke prijzen kunnen ze rondritten maken en speciale gidsen vertellen hen dan bijzonderheden over de heilige plaatsen. Een van die gidsen vertelde het volgende verhaal.

 

‘Als wij van de ene plaats naar de andere reizen, is er soms een stukje land waarover niet zoveel te vertellen valt. Dan breng ik meestal mijn verhaal over schapen en herders.

‘Een herder, mensen,’ zeg ik dan, ‘loopt altijd vóór de kudde. Hij leidt zijn schapen. Als ze door een donker stuk moeten, gaat hij vooraan en jaagt de slangen weg. Nooit zal een herder zijn kudde opjagen. Psalm 23 is daar een mooi voorbeeld van. ‘

 

Nu gebeurde het eens toen ik dit verhaal weer verteld had, dat er in de bocht van de weg een herder verscheen die achter zijn schapen aanholde en ze met een stok en veel geschreeuw voortjoeg.

‘Hé.’ zeiden de mensen, ‘Kijk eens. Je verhaal klopt niet, man.’

Ik moest er het mijne van hebben en liet de chauffeur even stoppen aan de kant van de weg. De inzittenden zagen mij met grote passen de hellende weg afhollen naar de herder van die kudde.

Na hem wat vragen gesteld te hebben sprong ik tevredengesteld weer op de treeplank van de bus.

‘Rijden maar, chauffeur…”  riep ik en tegen de passagiers: “Ik had toch gelijk. Dit was geen herder, maar een slager…’

Download PDF