Bijbelverhalen

ILL. 004 Dankjewel, maan

Jullie weten vast wel, dat er mensen geleefd hebben die tot de maan baden. Wie weet zijn er nu nog wel zulke mensen. Dat kwam natuurlijk omdat ze zagen dat de maan veranderde van vorm. Dan was ze weer groot en rond en dan weer een klein schijfje.

De mensen in Ur, zo’n 4000 jaar geleden, hadden zelfs een tempel voor de maan gemaakt. Ze zeiden: ‘De maangodin laat alles groeien. Zij heeft het geheim van het groeien.’

 

Ja, als je het geheim van het groeien weet, kun je rijk worden.

Het is eigenlijk het geheim van de oorsprong van het leven.

Depressieve mensen werden dan ook maanziek genoemd. Ze dwaalden vaak ’s nachts door de velden.

Wij gebruiken dat woordje maanziek niet meer, maar in het engelse woordje ‘lunatic’ zie je de maan weer wel. Luna betekent namelijk maan. Mooie naam voor een meisje. Haar ouders zeiden als het ware tegen haar: ‘Schatje, hoeveel houden we van je? Tot de maan en terug.’

 

Bidden voor de maan is eigenlijk net zo gek als een pannenkoek bedanken dat hij op je bord kwam liggen. Stel je voor dat je thuiskomt, de tafel is gedekt en er ligt een lekkere pannenkoek op je bord.

‘He, lieve pannenkoek,’ zeg je blij, ‘Wat aardig van je om zo goed voor mij te zorgen. Ik hoop dat je nog maar vaak op mijn bordje komt te liggen. Ik vind je echt onwijs goed.’

Dat is toch niet normaal. Een pannenkoek is toch een ding? Wie heeft hem gebakken en op je bord gelegd? Precies, je moeder. Háár moet je bedanken.

 

Dus, beste kinderen als je naar de maan kijkt, bedenk dan wel dat er Iemand is die hem voor ons heeft gemaakt. Hij is van onschatbare waarde voor planeet aarde.

Download PDF