Bijbelverhalen

ILL. 006 Het vogelpaartje, dat zich niet liet wegjagen

 

In de Bijbel staat een verhaal van een vrouw, die steeds maar weer bij de rechter op de deur klopte, omdat iemand haar onrecht had aangedaan. Tenslotte kreeg ze haar zin.

Dat vogeltjes ook zo kunnen volhouden, bewijst het volgende verhaaltje.

 

‘Man,’ zei boerin Joosse op een dag tegen haar echtgenoot. ‘Nu moet je vandaag toch eens dat vogelnestje uit de goot halen, want anders wordt ons huis dit jaar weer net zo vuil als vorig jaar, weet je nog wel?’

Jaja, de boer wist het nog goed. Als je even naast het huis in het zonnetje ging zitten, viel er meteen een vogelpoepje op je kleren. En een rommel dat die beestjes maakten…

Dus hij zocht een bezem en veegde de takjes weg, die het eerste begin waren van een nestje. Het vogelpaartje vond het niet leuk. Een paar uur later waren ze alweer een nieuw nestje aan het bouwen. Zuchtend haalde de boer het weer weg.

Maar toen hij er een paar dagen niet naar keek, ja hoor!… een nieuw nestje.

Weer werd de bezem er door gehaald.

Na een paar uur…? Juist, je snapt het al.

‘Je doet het niet goed.’ zei de boerin. ‘Laat mij het maar eens doen.’

Ze nam een ladder en veegde de hele goot schoon. Geen takje bleef er over. Een paar dagen later… weer een nestje, nu met eitjes erin.

‘Vrouw,’ zei de boer lachend, ‘van mij mogen ze blijven hoor. Ik geef het op.’

 

Zo hadden ze dat jaar weer last van vogelpoepjes. De beestjes hadden het door hun volharding gewonnen van de boer.

Download PDF