Bijbelverhalen

ILL. 014 Als een brullende leeuw

 

Als een leeuw trek heeft in apenkarbonade, gaat hij naar de apenrotsen.

Daar springen zoveel apen rond, dat het water hem in de bek loopt.

Er is echter één probleem. Hij kan niet bij ze komen. Ze zijn veilig op de rots.

Maar… de leeuw is slim. Hij begint gewoon te brullen. Oewahh!

De apen raken hierdoor in paniek. Ze gaan springen en gillen. Alarm, alarm!

Sommigen pakken een tak vast. Andere gooien met stenen, of laten hun tanden zien.

Ze schreeuwen het uit van angst.

En de leeuw maar brullen.

Van angst valt er eentje naar beneden, recht in de hapgrage muil van zijn vijand.

 

Wat stom van die apen om zo bang te worden.

Ze konden rustig blijven zitten en een lange neus trekken naar de leeuw. De rots was hoog en stevig.

 

Wij hebben ook een rots, een sterke rots. Dat is God.

Het kwade kan ons niet bereiken. Je hoeft niet bang te zijn.

Download PDF