Bijbelverhalen

ILL. 019 De kostbare gouden ring

‘O wee!’ zei Mevrouw Smits op een keer tegen haar dienstmeisje. ‘Nu ontdek ik dat ik mijn kostbare gouden ring in de schouwburg heb laten liggen. Dat is een ramp! Het ding kreeg ik nog van mijn overleden man en hij kostte wel duizend euro!’

Het dienstmeisje hield op met stofzuigen en zei verschrikt: ‘Zal ik naar de schouwburg bellen?’

‘Eh… Nee, dat kan ik beter zelf doen. Ik weet precies hoe de ring eruit ziet.’

Mevrouw zocht het nummer in de gids en belde. De portier aan de andere kant was een vriendelijke man, die het echt niet erg vond om even te gaan kijken. Het duurde nogal lang, want hij moest ver lopen. Mevrouw Smits werd ongeduldig. Na tien minuten legde ze de hoorn op het toestel en zei: ‘Nou ja, dan maar niet. Ik heb genoeg ringen!’

Als ze nog even gewacht had, had ze antwoord van de portier gehad.

‘Mevrouw, goed nieuws! Uw ring is gevonden. Komt u hem maar halen!’

 

Sommige mensen vergeten gewoon waarom ze ergens voor gebeden hebben.

Ze wachten nauwelijks op antwoord, denken dat God toch niet naar hun gebed zal luisteren, hoewel er in de bijbel staat: ‘Als je tot God komt moet je geloven, dat Hij bestaat en dat hij je zoeken beloont.’

 

Weet je hoe je kunt voorkomen dat je vergeet waar je om hebt gebeden?

Koop een klein opschrijfboekje en schrijf links je gebedjes en rechts de verhoringen.

Wedden dat je na een tijdje ontdekt dat de Heer een echte verhoorder is.

Het maakt je echt dankbaar.

Download PDF