Bijbelverhalen

ILL. 039 Het ziekenhuisraam

Twee mannen, beide ernstig ziek, lagen in dezelfde kamer in het ziekenhuis. Eén van de twee mocht elke middag een uurtje rechtop zitten om te voorkomen dat er teveel vocht in zijn longen kwam. Zijn bed stond vlak naast het raam. De ander moest plat op zijn rug blijven liggen. De twee raakten met elkaar in gesprek. Ze vertelden elkaar al hun hartsgeheimen. Het ging over hun vrouw en hun kinderen, hun thuis, hun baan, hun vakanties en de dingen van het leven.

 

Elke middag, als de man bij het raam wat mocht opzitten, beschreef hij aan zijn maat wat hij buiten zag. De man in het andere bed leefde er helemaal van op. Hij begon zelfs uit te zien naar het uurtje, Zo voelde hij zich nog betrokken bij de bewoonde wereld.

Hij maakte in gedachten een voorstelling van wat hem werd verteld.

 

De vriend vertelde, dat het raam uitzag op een park en een schitterend meer. Eenden en zwanen zwommen in het water en kinderen aan de kant lieten hun zelfgemaakte bootjes te water. Een verliefd stelletje wandelde arm in arm tussen de veelkleurige bloembedden en de mooie skyline van de stad begrensde de horizon.

Wat mooi. Jammer dat hij moest blijven liggen.

Op een warme namiddag beschreef de man bij het raam zelfs een voorbijgaande parade. Hoewel de band niet te horen was, kon hij zich er wel een voorstelling van maken.

 

Dagen en weken gingen voorbij.

 

Maar op een ochtend vonden ze de man bij het raam dood in bed. Hij was vredig ingeslapen.

Er kwamen twee ziekenbroeders, die de overleden man wegreden.

De andere man was haast ontroostbaar. Hij miste zijn vriend en vooral het heerlijke uurtje met de prachtige beschrijvingen van wat er buiten te zien was. Zou hij durven vragen of hij misschien bij het raam mocht liggen? Misschien, dat hij dan zich dan eventjes op kon richten om een glimpje op te vangen van het heerlijke uitzicht.

Zodra het gepast leek vroeg hij dan ook: ‘Mag ik bij het raam liggen?’

En ja, de verpleegkundige wilde hem graag dat plezier doen en regelde alles.

Zodra de verpleegkundige weg was draaide de man vol verwachting zijn hoofd voorzichtig opzij en wat zag hij? … Een lelijke muur met schreeuwende reclameposters en een vieze binnenplaats.

 

Zijn vriend, die hem zo bemoedigd had, was namelijk… blind geweest. Hij had alles uit zijn duim gezogen.

 

Download PDF