‘Voor mijn buurkinderen,
Lieve kinderen, dank je wel voor alle lieve cadeautjes voor de besnijdenis van ons pasgeboren kindje. Onze Johannes zal al dat lekkers nog niet zelf kunnen opeten. Hij drinkt nog melk bij zijn moeder, maar als hij groot is wil hij vast graag met jullie spelen. Het lammetje, dat jullie voor hem kochten, zullen we vertroetelen, totdat hij er zelf voor kan zorgen. Het wordt vast zijn lievelingslam.
We zijn dolblij met Johannes, onze baby. Wie had gedacht, dat wij, twee oude mensen, nog een kindje zouden krijgen.We hebben er heel erg naar verlangd, ons hele leven, maar Elisabet kon geen kinderen krijgen, dat weet de hele stad. Nu is het feest in het huis van Zacharias en Elisabet. Want: ‘DE HERE GOD HEEFT ZICH OM ONS BEKOMMERD.’
Ik ga alles precies opschrijven, zodat dit wonder niet wordt vergeten. Op de laatste dag van de week zal ik het voorlezen bij het kampvuur. Komen jullie dan ook? We zijn bezig om allerlei lekkers te maken, dus het wordt een feestavond met dansen en muziek. Hartelijk uitgenodigd.’
Voor iedereen die het maar horen wil.
Lieve vrienden, we zijn hier bij elkaar om de geboorte van onze kleine Johannes te vieren. Jullie waren wel verbaasd dat we hem zo noemden, hè? Jullie dachten misschien dat hij Zacharias zou heten net als ik, maar dat is niet zo.
‘Er is niemand in de familie die zo heet!’ zeiden sommigen van jullie tijdens de besnijdenis.
Maar Elisabet en ik hadden daar een reden voor. Die reden kon ik niet eerder vertellen, want ik was sinds ik de laatste keer in de tempel dienst deed mijn stem kwijt. Dat kwam omdat ik zo stom was om… wacht ik ga alles van het begin af aan vertellen, in goede volgorde.
Toen mijn afdeling negen maanden geleden aan de beurt was om de priesterdienst in de tempel te vervullen, werd er volgens het gebruik van de priesters geloot wie het reukoffer in het Heilige mocht aansteken. Op zeker moment hoorde ik roepen: ‘Zacharias, Zacharias, jij bent aan de beurt!’
Er ging een schok van blijdschap door me heen, want eerlijk gezegd had ik alle moed opgegeven dat ik ooit nog eens die mooie taak mocht vervullen. De gebeden van ons volk voor het aangezicht van de Almachtige te brengen was een van mijn drie grote wensen.
Dit was mijn grote kans om dicht bij het voorhangsel te bidden om de komst van de Redder.
Hoe lang wachten we nu al op de Messias, die Jesaja ons voorspelde?! De vredevorst, die elke laars die dreunend stampt zal vernietigen? Wanneer zal de lamme springen als een hert en zullen de blinden weer kunnen zien? Ach, je hebt gelijk, de oude priester zit weer eens op zijn stokpaardje. Weer terug naar die dag in de tempel.
Ik had geen wijn of bedwelmende drank gedronken, zoals voorgeschreven is. Verder deed ik alle wassingen en wat verder van mij verwacht werd heel precies. In een wolk van wierook voegde ik tenslotte in het Heilige mijn gebed om de komst van de redder bij de gebeden van het wachtende volk buiten.
Plotseling was daar, echt, ik lieg het niet… een engel van de Heer, aan de rechterkant van het reukofferaltaar. Vrienden, ik kan niet beschrijven wat er door me heen ging. Ik viel bijna flauw van angst. De engel, het bleek Gabriël te zijn, zei tegen mij: ‘Wees niet bang, Zacharias. Je gebed is verhoord: je vrouw Elisabet zal je een zoon baren en je moet hem Johannes noemen. Vreugde en blijdschap zullen je ten deel vallen en velen zullen zich over zijn geboorte verheugen.’
Nu begrijpen jullie natuurlijk waarom onze lieve schat Johannes moest heten. Dat betekent GOD IS GENADIG.
Laten we nu eerst een toast uitbrengen op dit kind, want hij zal heel bijzonder zijn voor ons volk. ‘Lechajim,’ op het leven mensen! Zo meteen zal ik jullie vertellen wat de engel nog meer zei….
Nee, nee, buurvrouw, niet doen!! Elisabeth, let goed op ons kind. Johannes mag geen alcohol drinken. Ook niet zuigen op een vinger die in de wijn is gedoopt.
Ik had het nog niet verteld, maar dit zei de engel: (het staat in mijn geheugen gegrift) ‘Johannes zal groot zijn in de ogen van de Heer en wijn mag hij niet drinken. Hij zal vervuld worden met de heilige Geest terwijl hij nog in de schoot van zijn moeder is, en hij zal velen uit het volk tot de Heer brengen. Als bode zal hij voor God uit gaan met de geest en de kracht van Elia om ons klaar te maken voor de komst van de Heer.’
Ja buren, vrienden en kennissen. U hoort het goed: DE MESSIAS KOMT ER AAN EN WEL HEEL SPOEDIG!! Elisabeth en ik weten dat het nog zelfs een kwestie is van een paar maanden en dan zullen we hem zien waar we zo lang op hebben gewacht. Laten we de Almachtige prijzen en loven. Zoals hij heeft beloofd door de profeten zal het stralende licht nu opgaan voor mensen die in duisternis leven!
Nu willen jullie natuurlijk weten hoe ik mijn stem ben kwijtgeraakt. Dat was mijn eigen stomme schuld. In mijn verwarring vroeg ik aan de engel: ‘Hoe kan ik weten of dat waar is? Ik ben immers een oude man en ook mijn vrouw is al op leeftijd.’
Erg, hè? Ik vroeg om een teken, terwijl nota bene de engel Gabriël voor me stond, die altijd in Gods nabijheid is. Hij antwoordde dan ook heel koeltjes: ‘omdat je geen geloof hebt gehecht aan mijn woorden, priester Zacharias, zul je niet kunnen praten tot de dag waarop dit alles gaat gebeuren.’
Hierna verdween hij weer.
Hoe lang dit alles geduurd heeft? Ik zou het niet weten. Waarschijnlijk tamelijk lang, want de mensen buiten vroegen zich af waar ik bleef. Toen ik naar buiten kwam, kon ik niets tegen hen zeggen. Ik maakte wat wilde gebaren, waaruit ze opmaakten dat ik in het heiligdom een visioen had gezien. Ik zegende hen zonder woorden. Natuurlijk schaamde ik me dood, want dit verhaal zou als een lopend vuurtje door het land gaan. Maar ja, hoe kon ik het uitleggen? Hoogstens kon ik het schrijven op een plankje met was voor wie geduld had.
De rest van het verhaal weten jullie. Sommigen van jullie waren er zelf bij. Toen Johannes besneden werd kon ik ineens weer praten. Prijst God!
Elisabeth, kom eens hier met de baby. Ik wil een profetie over hem uitspreken en hem zegenen. Is het niet een prachtig kind, mensen, met zijn donkere krulletjes en zijn pientere oogjes! Ik kan niet anders dan een loflied zingen.
Lief kind van ons, Johannes, voorloper van de Messias, ik zal nooit meer zo stom zijn om God niet op zijn woord te geloven.’ …