Bijbelverhalen

NT. 39 – VERLOREN EN GEVONDEN

Het mooiste verhaal van alle tijden is wel het verhaal van de liefdevolle vader. Jezus heeft het bedacht. Eigenlijk is het verhaal speciaal voor jou bedoeld om te begrijpen hoe God is. Als je dit verhaal kent, zul je nooit meer denken dat God een boeman is, die je wel eens even zal straffen, of je in de hel wil gooien. Nee, Hij doet er alles aan om je in zijn armen te sluiten. Gods liefde voor jou is oneindig groot.

 

Er was eens een boer, zo begint het verhaal, die twee zoons had. De jongste zoon had geen zin meer om nog langer boer te zijn. Hij wou de wijde wereld in. Daarom zei hij, heel grof: ‘Pa, wanneer ga je dood, dan kan ik m’n erfenis krijgen. Nou ben ik nog jong en kan ik er nog van genieten.’

Tranen van teleurstelling schoten de vader in de ogen, maar hij liet niks merken. Hij gaf zijn kind het geld waar hij om vroeg en zei: “Onthoud, jongen, dat je ouders veel van je houden, de deur staat altijd voor je open.”

 

De jongste zoon ging naar de stad. En een lol dat hij had. Elke dag pretparken, kermis, disco met een stel schreeuwerige vrienden waar hij alles voor betaalde. Niet vaak werd hij ‘s morgens met hoofdpijn wakker omdat hij weer eens dronken geweest was. De meiden hingen om z’n nek en kusten hem, want hij had immers geld!

Maar na een tijdje raakte dat natuurlijk op en toen kwam hij in de problemen. Er was werkeloosheid, dus kon hij ook niet gemakkelijk aan de slag om wat geld erbij te verdienen. De schuldeisers stonden op z’n stoep en dreigden met geweld. O, hij was ten einde raad. Kaalgeplukt, hongerig en in elkaar geslagen kwam de jongste zoon eindelijk bij een boer terecht waar hij op de varkens mocht passen. Mensenkinderen wat stonken die beesten, het was gewoon niet vol te houden. Je ging helemaal over je nek. En dan maar hongerlijden en als een zwerver buiten slapen.

‘Waar ben ik toch mee bezig?’ dacht de jongen. ‘Bij m’n vader was het beter. Laat ik terug gaan en vergeving vragen.’ Dat deed hij.

En wat denk je? De vader had gewoon elke dag staan uitkijken of zijn kind weer terug kwam. Hij rende hem met open armen tegemoet toen hij hem weer zag. Al stonk hij als de hel en al was hij te vies om aan te pakken, toch kuste de vader zijn zoon.

Hij liep meteen een feestje voor hem bouwen. Na een douche en wat eten, schone kleren van pa en een ring van z’n moeder zag de jongste zoon er al heel wat anders uit. Toen de brave oudste zoon bezwaar maakte tegen die verwennerij, zei de vader heel kalm: ‘Man, wees blij, ons kind was dood, maar nou leeft hij weer.’

‘Zo blij,’ zei Jezus tenslotte, ‘is God als jullie weer naar Hem gaan vragen. En niet alleen God, nee, de hele hemel juicht als een zondaar zich bekeert.’

Download PDF