Bijbelverhalen

OT. 71 – VERBAZINGWEKKENDE PROFETIEEN VAN JESAJA

Dit is het verbazingwekkendste verhaal dat ik je ooit kan vertellen. Ik steun met mijn hoofd in de handen en denk: ‘Hoe is het mogelijk? Hoe bestaat het?…’ Stel je voor dat er iemand in Nederland was, die voorspelde dat er over 50 jaar een nakomeling van ons koningshuis doodgeschoten zal worden door een sluipschutter. En dat het nog uitkwam ook! Zou dat niet merkwaardig zijn? Zoiets kan toch niet, hè? Toch heeft er ooit een man geleefd die wel tien of twintig dingen profeteerde over Jezus. En al die profetieën kwamen zevenhonderd jaar later uit. Zijn naam moet je nooit vergeten. Het is Jesaja. Deze profeet had een groep mannen om zich heen verzameld, die opschreven wat God hem had getoond. Moet je horen.

Het is heel stil in de profetenschool te Jeruzalem. De zon werpt een lange, heldere lichtbaan door de openstaande deur. Buiten hoor je bijen druk zoemen. In de verte roept een vrouw naar haar spelende kinderen. Maar binnen zitten de leerlingen ijverig te schrijven. Zo af en toe staat er iemand op om wat verse inkt te halen of een nieuwe pen. Jesaja, de oude, grijze profeet van God dicteert.

‘Zie, mijn knecht komt,’ zegt de Here, ‘die ik uitgekozen heb en waarnaar ik met plezier kijk. Ik heb hem mijn geest gegeven. Hij zal aan de volken laten zien wat goed is, de ogen van de blinden openen en gevangenen uit hun kerker bevrijden.’

Zacht krassen de pennen op het perkament. Niemand weet hoe precies deze profetie uit zal komen, ongeveer 700 jaar later.

700 jaar later. Er worden heel veel mensen gedoopt in de Jordaan door Johannes de Doper, een profeet met wilde haren en een krachtige stem. Het betekent een heel nieuw begin van hun leven. Maar bij één man gebeurt er iets heel speciaals. De heilige Geest daalt als een duif op hem neer en een stem uit de hemel zegt: ‘Jij bent mijn lieve zoon, naar jou kijk ik met plezier.’

Deze man is Jezus. Dertig jaar oud. Vanaf die tijd gaat hij rond om te prediken en mensen te genezen. Zoals Jesaja voorspelde… zevenhonderd jaar eerder…

700 jaar eerder. Hoewel Jesaja al een oude man is, staat hij toch ’s morgens het eerste op. Hij maakt brood en geitenmelk klaar voor zijn leerlingen. Elke morgen wekt hij hen. En zijn leerlingen luisteren. Ze worden het nooit zat. Al snel krassen hun pennen weer op het perkament.

‘Die knecht van God,’ zegt Jesaja, ‘zal net als jullie, elke dag weer luisteren naar de stem van God. Hij zal zijn wil doen, zelfs… als dat heel moeilijk is. Hij zal zijn rug toekeren aan wie hem slaan, zich in het gezicht laten spugen en aan z’n baard laten trekken!’

De leerlingen verbazen zich over zo’n zachtmoedig iemand. Zou er echt ooit zo iemand komen?

Ja hoor! Zevenhonderd jaar later. De hele compagnie maakt zich vrolijk over die gevangene. Die oude koningskleren en die doornenkroon staan hem bespottelijk. Gierend van het lachen vallen ze voor hem op de knieën.

‘Gegroet, koning der Joden!’

Klats! Een klodder spuug kletst in het gezicht van Jezus, de knecht van God. Hij laat het allemaal toe, precies zoals Jesaja voorspelde…

Zevenhonderd jaar ervoor. Het is een grote eer om bij Jesaja op de profetenschool te zitten. Je moet echt heel netjes kunnen schrijven. Elke stip of punt is belangrijk. Telkens weer worden de letters geteld en gecontroleerd.

‘Schrijf verder,’ zegt Jesaja, ‘Gods knecht zal lijden… Als een lam zal hij geslacht worden en Hij zal alles zwijgend ondergaan. Nooit zal hij onrecht doen, toch zal Hij onder de misdadigers gerekend worden. Maar… in het graf van een rijke zal Hij gelegd worden. In al zijn lijden zal Hij nog bidden voor zijn vijanden.’

Hoofdstuk na hoofdstuk komt het op de boekrollen te staan. Het is razend interessant, want…

Zevenhonderd jaar later. Bam, bam, bam! Op een heuvel dichtbij Jeruzalem worden drie kruisen opgericht. Romeinse soldaten martelen drie misdadigers. Stadhouder Pilatus heeft hiertoe opdracht gegeven. Ja, die Romeinen hebben wrede manieren om iemand mores te leren… Mores leren? Dat behoef je die middelste man niet te doen. Nooit heeft Hij iemand met een mes bedreigd, ingebroken of zelfs maar gevloekt. Hij heeft geen opstand tegen de keizer gepredikt. Het is Jezus, de knecht des Heren. Hij wordt terechtgesteld omdat de leiders van de godsdienst hem kwijt willen. En omdat hij zich Gods zoon noemt. Drup, drup, drup! Zachtjes druppelt het bloed van Jezus op de aarde. Het kleeft tegen het hout. Maar in zijn hart is enkel liefde.

‘Vader, vergeef het hen, want ze weten niet wat ze doen!’

Zo bidt hij voor zijn vijanden. Zoals Jesaja voorspelde…

‘Hé, pst! Jij hiernaast me,’ roept één van de misdadigers schor tegen Jezus. ‘Als je werkelijk Gods zoon bent, redt dan jezelf en ons erbij.’

‘Ja, precies,’ lachen omstanders gemeen. Jezus is toch zo machtig? Laat hij dan nou maar eens een wonder doen voor zichzelf. Als hij de zoon van God is… Ja, het kan wel, maar dan wordt er niemand gered. Jesaja begreep het. Hij dicteerde zevenhonderd jaar ervoor:

‘Om onze zonden zal hij doorstoken worden. hij zal zwaar gestraft worden, zodat wij vrede kunnen hebben… wij zijn het het die als schapen afdwalen. Wij verlaten Gods paden en gaan onze eigen weg. Maar God zal de schuld van ons allen op hem leggen.’

O ja, als Jezus met luide stem roept: ‘Het is volbracht!!’ is de weg naar God voor ons allemaal open. Jezus bloed drupte voor onze zonden. Daarom zijn er sindsdien miljoenen over de hele wereld op hun knieën gegaan. Ze vroegen vergeving in allerlei talen.

Ze werden heel blij. Ook daarover schreef Jesaja.

Zie je nou wel, dat dit het aller verbazendste verhaal is wat er bestaat? Nou jij!

Download PDF