Bijbelverhalen

VV006 Een pijnlijke les. (waar gebeurd)

Geschreven door Josine de Jong (zie bijbelverhalen.nl)

‘Henk, wil je even wat boodschappen gaan brengen naar Brenda,’ zegt moeder op een stormachtige vakantiedag tegen haar pleegzoon.
Henk, een flinke jongen van dertien, kijkt helemaal niet blij als hem dit wordt opgedragen. Hij wil juist leuk gaan spelen met zijn vriend Sjors, die bij hem logeert.
‘Wij willen spelen, mam.’ zegt hij dan ook.
‘Ik kan er toch niks aan doen dat Brenda gehandicapt is.’
Dat is niet leuk van hem. Brenda zijn dappere zus van tweeëntwintig, woont op zichzelf, hoewel ze niet kan lopen en daarom altijd in een rolstoel zit. Moeder wordt dan ook boos en zegt: ‘Schaam je! Wij christenen horen goed voor elkaar te zorgen. Ik heb het je zonet gevraagd, maar nu beveel ik het. Ga.’
Met frisse moed en tegenzin vertrekken de jongens. Ze moeten met de bus en met de metro. Onderweg maken ze veel grapjes. De buschauffeur kijkt hen hoofdschuddend na als ze uitstappen. ‘Daar komt de metro al aan,’ schreeuwt Sjors, die als laatste uitstapt.
‘Kom vlug, dan hebben we hem nog.’
De jongens zetten het op een hollen, maar door de haast struikelt Sjors op de trap en grijpt, zoekend naar houvast, Henk z’n arm. Die valt ook en… rommeldebommel. Daar gaan ze. Van de trap af naar beneden! Sjors komt er goed vanaf, maar Henk…
Jankend van de pijn ligt hij op de grond.
‘Help! Help! M’n been…’
Als spoedig zijn er mensen bij om te helpen. Een ambulance komt aangereden.
De jongens worden naar een polikliniek van een ziekenhuis gebracht om foto’s te laten maken van Henk z’n enkel. Het blijkt gebroken te zijn. Een paar vriendelijke verpleegkundigen leggen handig een voorlopig gipsverband aan. Met een blik van verstandhouding kijken de jongens elkaar aan. Henk brengt onder woorden wat ze beiden denken.
‘Sjors, zou dit m’n straf zijn?’
Pas uren later komen de twee jongens weer thuis. Nog steeds met de boodschappen voor Brenda in de tas.
‘Mam,’ zegt Henk tegen zijn moeder als hij uitverteld is,
‘Mag ik even opbellen?’
Moeder zet de telefoon vlakbij en Henk draait het nummer. Het is het nummer van Brenda.
‘Brenda, sorry hoor, dat ik geen boodschappen voor je wilde doen vanmiddag. Nu weet ik wat het is om gehandicapt te zijn ‘ zegt hij met een pijnlijk gezicht.

Ja, wat heeft Henk nog veel pijn geleden en wekenlang moeilijk kunnen lopen. Zodra het gips eraf was, is hij echter een middagje gaan winkelen met zijn zus. Want hij weet nu wat het is om gehandicapt te zijn.

Download PDF