Er was eens een klein kikkertje, dat had een grote wens.
Hij vertelde het aan niemand, nee echt, aan geen enkel
mens.
Hij schreef hem op een briefje en gooide het in de zee.
De grote golven namen het al deinend met zich mee.
Het kikkertje had tranen maar liet ze niemand zien.
Hij wachtte rustig af en telde zacht tot tien.
Tot op een dag, geloof me maar een andere kikker
kwam,
Ze werden vriendjes van elkaar en gingen naar de kust.
Daar trapten ze een balletje, het was een lieve lust.
De kleine vroeg : ‘Zeg vriendje, Hoe wist je wat ik wou?’
De grote kikker zuchtte diep: ‘Omdat ik van je hou!’