Bijbelverhalen

26.Hondenpoep

Het is halfnegen in de ochtend, een stille zaterdagochtend. Het deurtje van opa’s huis gaat knersend open. Opa gaat Mopsy uitlaten, het hondje van oma Hemeltjeshof. Hij past een week lang op het beestje, omdat oma met vakantie is.

Rillend stapt opa naar buiten, sluit de deur achter zich en wil net gaan wandelen als zijn oog valt op een grote hondendrol op het paadje.

‘Bah!’ mompelt hij, ‘Dat kan toch nooit van Mopsy zijn. Dat is zo’n klein hondje.’

Opa loopt wat dichterbij. Met een stokje probeert hij de viezigheid weg te schuiven. Het gaat heel makkelijk, want de drol is van plastic.

Iets verderop in de straat beweegt iets achter een dikke boom. Opa hoort gelach. Heeft dat met de plastic drol te maken? Ja, die apenkoppen van kleinkinderen houden hem voor de gek, hoor! Kijk! Daar springen ze al te voorschijn.

‘Gefopt!’

‘Wat komen jullie doen, behalve viezigheid om m’n stoep leggen?’ vraagt opa.

‘O, niks. We komen gewoon op bezoek.’

Opa heeft geen tijd voor bezoek. Hij moet eerst bij zijn vriend Gerrit langs. De kinderen mogen mee. Jammer genoeg is Gerrit niet thuis. Er is wel een grote herdershond, die staat te blaffen voor het raam met twee poten op de vensterbank. Als hij Mopsy ziet, wordt hij helemaal hoteldebotel. Hij springt alle bloempotten uit het kozijn. Opa kijkt door een ander raam naar binnen. Ook daar alle potten eraf. Wat een lelijke bozerd.

Ze gaan maar weer weg.

‘Moet u niet een briefje achter laten voor Gerrit?’ vraagt Shirley bezorgd.

‘Ik kan maar beter een maandje uit zijn buurt blijven.’ grinnikt opa.

Mopsy moet nu erg nodig. Tot grote verbazing van de kinderen schept opa met een speciaal schepje het hoopje in een plastic zakje.

‘Bah! Wat vies!’ roepen ze om het hardst.

‘Vind ik eigenlijk ook,’ zegt opa. ‘Maar het hoort zo volgens oma Hemeltjeshof. Dan blijft de straat schoon.’

‘Als u maar niet denkt, dat ik het zakje draag, hoor!’ snibt Shirley.

‘Nou nog mooier,’ lacht opa. ‘Jullie waren het toch die viezigheid bij mij voor de deur hebben gelegd?’

‘Ja, maar dat was niet echt.’

‘Straks krijgen jullie van mij ook een krentenbol die niet echt is,’ grapt opa.

‘Maar eerst netjes handen wassen, opa.’ is het gevatte antwoord van zijn kleindochter.

Vraag 1: Kunnen anderen last hebben van jouw hond?

Vraag 2: Zou poep op de stoep erg zijn voor rolstoelbezitters?

Vraag 3: Waarom nemen mensen eigenlijk dieren?

Download PDF