Bijbelverhalen

27.Opa troost Japie in zijn verdriet

‘Hé, kijk nou! De hamster is dood!’ schreeuwt Japie op een dag als hij bij zijn hamsterkooi staat. Bah, wat een rotdag. Gisteravond had hij nog lekker met hem gespeeld. Slimpy was wel een beetje sloom geweest, maar Japie had hem lekker onder zijn trui laten kruipen, door zijn mouw en dan van onderen er weer uit. En nou ligt hij met gestrekte pootjes.

‘Moeder!’ roept hij, ondertussen met een vinger zijn dode kameraadje strelend. Maar moeder is weg…

De hele kamer zit vol mensen als Japie bij de familie Willemsen binnenstormt. Ja, ze vieren de verjaardag van oma Hemeltjeshof. Een beetje triestig geeft Japie iedereen een hand. Maar hij wil geen gebak en geen limonade. Dan moet er iets aan de hand zijn, merkt Stefans moeder op. En ja, dat is ook zo. Japie vertelt van zijn dode hamster.

Meteen begint iedereen te praten over allerlei belevenissen van zichzelf.

‘Ja,’ zegt oma Hemeltjeshof, ‘Ik had vroeger een pop met een porseleinen hoofdje, zo lief. Het was mijn enige pop en ik was dol op haar. Op een dag liet m’n zusje haar van de tafel vallen. Krak! In wel twintig stukken. Het was alsof ik mijn kind had verloren…’

‘Nou, en ik dan,’ klinkt de schelle stem van een zekere tante Kato. ‘Toen mijn moeder onze hond had verkocht, heb ik dagenlang door de stad gezworven.’

Japie wil beleefd blijven, maar hij kan wel gillen.

Snappen die stomme volwassenen dan niet dat hij…

‘Zullen we een spelletje op de computer doen?’ vraagt Stefan om hem af te leiden. Nee, Japie gaat weer naar huis. Hij wil alleen zijn met zijn verdriet. Bij de deur hoort hij nog net opa’s stem. ‘Japie, ik heb jonge geitjes…’

‘Hé, ben je in de tuin aan het spitten! Hou d’r mee op.’

Japie’s moeder is thuisgekomen. Ze ziet Japie bezig. Als ze hoort dat het voor de dode hamster is zegt ze onverschillig: ‘Hamsters begraaf je niet. Die gooi je gewoon in de vuilnisbak.’

Over zoveel gebrek aan gevoel maakt Japie zich echter niet druk. ‘Ik begraaf hem wel wat verder onder de struik,’ zegt hij. En in stilte neemt hij zich voor om een bordje te maken met daarop: ‘Hier ligt mijn vriendje Silly. Rust in vrede.’

‘Toch maar even bij opa Krentenbol gaan kijken,’ denkt Japie tegen de avond als het karwei geklaard is. ‘Jonge geitjes zijn erg leuk.’

Hij wil er voor zichzelf niet echt vooruitkomen, maar eigenlijk verlangt hij naar iemand met wie hij even kan praten over zijn verdriet. En raad eens wat? Na het stoeien met de geiten, twee kopjes thee en drie krentenbollen, duwt opa Japie een doosje van de dierenzaak in de handen. En daarin zit… een beeldschoon nieuw hamstertje… Is dat nou geen goeie troost?

Vraag 1. Iemand die verdriet heeft, wil zijn verhaal kwijt. Wat bedoelt men daarmee?

Vraag 2: Waarom konden die mensen met hun verhalen Japie niet troosten?

Download PDF