Bijbelverhalen

33.Afwassen

Hé, kijk eens. Er zit een jongen op het stoepje van opa’s huis met een veel te grote pet op zijn hoofd en een hamsterkooi op schoot. Naast hem staat een koffertje. Het is Japie, Stefans vriend. Als opa thuiskomt, vraagt hij verbaasd wat Japie komt doen.

‘Opa, mag ik uw deur hebben?’

‘Mijn deur? En ik dan?’ lacht opa.

Nee, Japie bedoelt niet de buitendeur, maar een losse oude deur, die in opa’s schuurtje staat. ‘Want ik ga m’n eigen huisje bouwen.’ zegt hij flink. ‘Bij u achter op het wilde landje, omdat ik thuis elke dag maar weer moet afwassen en daar baal ik van.’

‘Mmm!’ bromt opa. ‘Weet je moeder waar je zit?’

Nee, Japie is gewoon boos weggelopen. Dan moet hij toch maar weer naar huis gaan, vindt opa. En het afwasprobleem dan? Tja, daar is wel een betere oplossing voor.

‘Weet je wat? Morgenmiddag houden we een vergadering van de Nietafwasclub bij mij thuis. Als jij nog meer kinderen weet, die niet van afwassen houden, dan moet je ze maar meebrengen.’ stelt hij voor.

Het is de volgende dag erg vol in opa’s kamertje. Wat is de bedoeling eigenlijk? Ze zullen een club oprichten met opa als voorzitter. Hij stelt al gelijk de eerste clubregel vast. NIEMAND IS DE SLAAF VAN EEN ANDER. Er gaat een groot gejuich op. Ja! Wat een goed begin. Opa moet zelfs met de afwasborstel op een pan slaan om ze stil te krijgen.

‘Is iedereen het ermee eens?’ vraagt hij wat overbodig. Japie wil Lang zal die leven aanheffen, maar opa geeft weer een jens op de pan. ‘Stilte!… Deze week gaan we die regel (heel beleefd) aan onze ouders uitleggen. Volgende week houden we dan weer een vergadering. Afgesproken?’

Joelend en lachend gaat de hele schare weer naar huis. Opa kijkt ze handenwrijvend na. Tsjonge. Wat heeft hij ze te pakken, want bij alle kinderen gaat het net zoals bij Shirley en Stefan. Moeder is helemaal niet boos. Integendeel. Dolblij zet ze de kinderen aan het werk. Datgene wat moeder tot nu toe voor hen deed, moeten zij nu doen. Stofzuigen, de tuin harken, boodschappen doen, de badkamer een grote beurt geven, enzovoorts. Weet je waarom? Zij mag ook geen slaaf zijn. Haha! Een beetje tam komen ze weer naar de vergadering.

‘Laten we de club maar opheffen,’ zegt Japie treurig. ‘Als ik elke dag alleen maar hoef af te drogen, is dat eigenlijk erg weinig. En ik blijf toch maar gewoon bij mijn moeder wonen.’

De anderen mompelen instemmend. Dat is voor opa het sein om ze te trakteren. De krentenbollen komen te voorschijn en iedereen mag voor zichzelf een lekker kopje thee inschenken.

‘Ik ben tenslotte ook jullie slaaf niet.’ lacht hij, terwijl hij zichzelf verwent met een extra suikerklontje.

Vraag 1: Als je afwast, doe je het dan voor de Heer? (Pas op. Zeg niet te gauw ja.)

Vraag 2: Als je afwast doe je het dan voor je moeder, of toch gewoon voor jezelf?

Vraag 3: Wanneer doe je echt iets voor de Heer?

Download PDF