Bijbelverhalen

34.Handjes geven

Stefan brengt zijn boeken terug naar de bieb. De juf achter de toonbank neemt ze aan en laat ze een voor een over een soort computer gaan. Daar gaat het boek over indianen en het vogelboek, dat hij leende voor zijn spreekbeurt. En… opa’s dagboek.

‘Ho stop!’ roept hij verbaasd, ‘Dat is van m’n opa. Hoe komt dat nou bij de bibliotheekboeken?’

De juffrouw kijkt hem over haar halve brilletje onderzoekend aan en zegt verstoord: ‘Voortaan beter uitkijken, jongeman!’

Thuisgekomen zoekt Stefan Shirley op om samen te lezen wat opa heeft geschreven. ‘Zaterdag is jullie moeder jarig, maar ik denk niet dat ik kom, want ik ben bang voor Jan, de harde knijper. Als hij je een hand geeft, liggen je vingers er bijna af. Weten jullie een oplossing?’

Even denken de kinderen na. Tsja, dat handje geven op verjaardagen… Shirley vindt het niet zo erg, maar Stefan heeft er het land aan. Hij doet even net alsof.

‘Dag tante.’

‘Dag Stefan. Wat ben je groot geworden, zeg!’

En dan al die kussen. Smak, smak! Nee, niks voor hem…

‘Als ik later ergens binnenkom, roep ik gewoon bij de deur heel hard: ‘Hoi.’

Shirley heeft meer fantasie.

‘Ik zet later een handengeefmachine bij de deur. Dan zijn we meteen van dat gezeur af.’

Ja, dat is leuk. Stefan krijgt gelijk een idee om opa te helpen. ‘Kom op, Shir, laten we naar opa gaan. Spring maar achter op m’n fiets.’ Zo sjezen ze naar de Bovendijk.

Het is zaterdag. De verjaardag van moeder. Stefan en Shirley zitten vlak bij de tafel geheimzinnig te giebelen. Zo af en toe glijdt er ook over opa’s gezicht een glimlach. Daar komt de visite: tantes, ooms, ook oma Hemeltjeshof en ja… Daar is Jan, de bodybuilder met handen als kolenschoppen. Het is precies zoals ze verwachten. Handjesgeven en kussen. Stefan duikt onder de tafel en frunnikt ergens aan. Als Jan bij hem komt, geeft hij hem een ferme hand. Maar wat is dat nou? De hand barst open. Er spuit allemaal water uit. Op Jan z’n schoenen en langs zijn broek. Hoe kan dat nou? O kijk. Stefan heeft geen hand gegeven, maar een stokje met een hand eraan. Een plastic hand vol water en daarover voor de camouflage: een oude leren handschoen van vader. Haha!

‘Foei!’ zegt oma Hemeltjeshof. ‘Stoute kinderen. Van wie leren jullie toch al dat kattenkwaad?’

Ze werpt een verwijtende blik in de richting van opa Krentenbol, maar die kijkt heel onschuldig. Stefan en Shirley springen om Jan heen en roepen: ‘Eigen schuld. Eigen schuld! Moet je onze handen maar niet tot moes knijpen.’

‘Wacht maar. Ik pak jullie nog wel eens terug.’ zegt Jan. Daar hopen ze dan maar op.

Vraag 1: Waarom geven mensen elkaar een hand als begroeting?

Vraag 2: Kun je aan iemands handdruk merken wat voor een persoon het is?

Vraag 3: Hoe kun je elkaar nog meer begroeten?

Download PDF