Bijbelverhalen

46.Kleding

Oma Hemeltjeshof is er. In haar keurige mantelpakje zit ze kaarsrecht in het haardfauteuiltje. Ze blijft eten, want het is vandaag de verjaardag van pappa. Straks komt opa Krentenbol ook.

Oma zegt: ‘Hoe laat komt je schoonvader, Jan? Ik hoop maar dat hij er wat fatsoenlijker uit ziet dan de vorige keer. Wie komt er nou in een ribfluwelen broek naar een feest.’

De kinderen kijken elkaar verschrikt aan. Ze denken alle twee hetzelfde. ‘We moeten opa waarschuwen.’

Ongemerkt verdwijnen ze. Met de slee, want er ligt een lekker laagje sneeuw.

Een kwartiertje later stormen ze bij opa Krentenbol binnen. Die stond net klaar om weg te gaan en… ja hoor! Hij had zijn oude trui aan en een ribbroek.

‘Opa, opa! Zo kunt u niet gaan. Oma Hemeltjeshof is er. U moet een deftig pak aan, hoor! Dat hoort zo als er een feest is.’

Opa zakt terug in zijn leunstoel.

‘Kom, kom,’ zegt hij verbaasd. ‘Het maakt echt niks uit hoe je eruit ziet, als je maar een vriendelijk hart hebt, enne… Dat vriendelijke hart moet ik nog even uit de keukenla halen.’

Stefan lacht. Die malle opa. Hij vindt eigenlijk wel dat opa gelijk heeft. Maar Shirley zegt vastbesloten: ‘Ik wil niet, dat iemand iets zegt van onze opa. Hebt u wel een net pak, opa?’

Opa bromt wat en haalt uit de kast vanonder een gelig laken een zwart pak. Dat heeft hij nog gedragen bij de trouwerij van de ouders van Shirley en Stefan. Er is zelfs nog een hoge hoed bij en een geel geworden overhemd. Alleen geen passende stropdas. Maar Shirley is vindingrijk. Van papier maakt ze een strikje en speldt dat onder opa’s kin. Die kijkt eens in de spiegel.

‘Wie is die vent?’ vraag hij verbaasd. Dat is hij dus zelf.

Bij zo’n mooi pak horen ook mooie schoenen.

‘Die enge dingen knellen zo!’ zucht opa. ‘Geef mij maar liever mijn ouwe bakkies.’

Shirley en Stefan zijn echter zeer streng. Opa hoeft bijna niet te lopen. Hij mag achterop de slee zitten en bij hen thuis kan hij z’n schoenen wel uitdoen.

Daar zit opa Krentenbol nou. Met z’n hoge hoed en z’n goeie kleren aan achter op de slee. Shirley en Stefan trekken hem hijgend voort.

Oma Hemeltjeshof valt steil achterover van de schrik als ze hem ziet.

‘Je lijkt de burgemeester van Rommelerdam wel.’ zegt ze.

”t Is allemaal voor het feest.’ lacht opa. ‘En gaan we nog niet eten, want ik rammel van de honger.’

Vraag 1: Waarom zou je je mooie kleren aan doen als er een feest is?

Vraag 2: Voor wie trek je eigenlijk die mooie kleren aan?

Vraag 3: Zou je naar de kerk ook mooie kleren aan doen?

Download PDF