Bijbelverhalen

48.Onrecht

Op een mooie zonnige dag in september springt de kat van de buren ‘Wrauh!’ met een tevreden snoetwerk uit opa’s keukenraam. Midden tussen de lage bloemenstruikjes, lekker in de zon, gaat ze zich liggen wassen.

Ondertussen wordt binnen een groot geschreeuw gehoord. Opa ontdekt dat zijn heerlijke biefstuk pootjes heeft gekregen. Het kleine krullerige hondje van oma Hemeltjeshof, waar opa zolang op past, krijgt de schuld. Met een opgerolde krant slaat opa naar haar. Naar haar oren, bovenop haar lichtblauwe strikje, op haar gatje!

‘Lelijk mormel.’ brult hij, ‘Ik zal je.’

De arme onschuldige Lady vliegt onder de kast. Bang keft haar hoge stemmetje naar de boze krant.

‘Tsjing. Bom!’ buiten tegen het raam wordt met een nijdige klap een fiets neergezet. Even later stapt Stefan binnen.

‘Het is echt gemeen!’ roept hij verontwaardigd uit, terwijl hij op een stoel neerploft.

‘Zou je niet eens gewoon gedag zeggen als je binnenkomt?’ vermaant opa, die zich overrompeld voelt.

‘Dag opa!’ klinkt het timide. ‘Ik ben boos…’

‘Nou, anders ik wel,’ smoezelt opa mee, terwijl hij water op gaat zetten voor de thee.

Stefan, wat gekalmeerd, begint te vertellen.

‘De drie jongens van Bakker aan de overkant, weet u wel, zijn echte plaaggeesten. Vanmiddag stond ik met m’n fiets aan de hand met m’n vriendje Paul te praten, toen we ineens hoorden: ‘Tsjt!’

Een straal vies spuug miste ons maar ternauwernood. Het kwam vanuit de struiken achter ons. Ja, het waren de Bakkertjes. We hoorden ze grinniken. ‘Tsjt!’ nog eens, vlak voor Paul zijn voeten. Toen ze merkten dat we ze door hadden, kwamen ze onder Indianengehuil tevoorschijn, terwijl ze ons van alle kanten met hun waterpistooltjes nat spoten. Ja, zoiets kun je toch niet op je laten zitten?

‘Kom op!’ schreeuwde Paul. ‘We gaan een emmer water halen.’

Ik hing de emmer aan m’n stuur en we sjeesden de aanvallers achterna. Maar die bange stoepenschieters verscholen zich achter de heg van hun eigen tuin en toen wij de emmer water naar hen toegooiden, kwamen vader en moeder Bakker naar buiten. En, opa… Wij kregen de schuld van alles! Hoe vindt u dat nou?’

‘Echt gemeen.’ beaamt opa in gedachten… Iets buiten in de struiken trekt zijn aandacht.

‘Echt gemeen!’ roept hij plotseling harder, terwijl hij met een klap het theekopje neerzet, zodat de thee naar alle kanten opspat. ‘Het was de poes van de buren! Die is natuurlijk door het keukenraampje naar binnen gekomen.’

Met een schuldig gevoel kijkt opa naar Lady en zegt: ‘Ach, soms moet een mens of dier wel eens een beetje onrecht lijden. Daar word je groot van.’

Vraag 1: Wat voel je als je onrecht lijdt?

Vraag 2: Wat zou jij gedaan hebben als je Stefan was?

Download PDF