Bijbelverhalen

51.Kerstman

Negentien december? Opa Krentenbol schrikt ervan als hij een blaadje van de kalender scheurt. ‘O, help!’ roept hij uit. ‘Morgen ben ik jarig. Ik moet nog wat lekkers in huis halen.’

Maar juist als hij de deur uit wil gaan, brengt de post een zelfgemaakte kaart van Stefan. Er staat een Kerstman op getekend.

‘Lieve opa,’ schrijft Stefan, ‘Ik ga deze week met Japie mee naar de kerstman in het warenhuis. Leuk, hè?’ Opa fronst zijn wenkbrauwen. ‘Leuk?’ roept hij uit, ‘Dat is echt niet leuk. Kerstfeest is de verjaardag van de Heer Jezus. Daar heeft de kerstman niks mee te maken.’

Opa vergeet wat hij van plan was. Met z’n handen onder z’n hoofd, gaat hij bij de tafel zitten nadenken. Zo af en toe steekt hij een suikerklontje achter zijn kiezen. Plotseling krijgt hij een idee. Hij belt zijn vriend Sjors.

‘Hallo, Sjors,’ zegt hij, ‘Ik heb jouw hulp nodig… Luister. Als ik morgen jarig ben, moet jij mijn plaats innemen. Even maar. Ik ga in het schuurtje zitten en kom na een tijdje te voorschijn. En pas op! Niet mijn cadeaus in ontvangst nemen, hoor! Doe je het?’

‘Ja, leuk!’ antwoordt Sjors, die wel van een grapje houdt. ‘Zal ik me ook verkleden?’

Maar opa hoort hem niet meer. Hij heeft al opgehangen…

‘Het is opa’s verjaardag. Vol blijde verwachtingen bellen Shirley en Stefan aan. Maar o, schrik! Er doet een rare Indiaan open. ‘Eh… ‘ aarzelt Shirley. ‘Is opa er niet?’

‘Kom toch binnen,’ zegt de man. ‘Komen jullie voor mijn feestje?’

‘MIJN FEESTJE??’

Stefan gluurt achter de man om naar binnen. Nergens is opa te bekennen. Hij voelt zich niks op z’n gemak.

‘Kom op, Shirley!’ roept hij plotseling. ‘Wegwezen!’

Hij pakt zijn zus bij de hand en samen rennen ze weg. Een eindje verderop in de straat staan ze hijgend stil.

”t Is vast een inbreker!’ hijgt Stefan. ‘Hoe zou hij binnengekomen zijn?’

‘Omdat ik hem uitgenodigd heb,’ horen ze ineens een bekende stem achter zich zeggen. Het is opa. Gelukkig. Met hem samen durven ze wel terug. Binnen zit Sjors nu weer in zijn gewone kleren. Hij voelt zich schuldig en zegt: ‘Ik heb jullie niet bang willen maken, hoor!’ Ze kunnen er nu ook om lachen. Opa geeft hen voor de schrik maar gauw een gebakje. Onderwijl legt hij alles uit. Stefan snapt het niet meteen. Wat heeft de kerstman nu met Sjors te maken? Maar bijdehante Shirley zegt: ‘Joh, suffie! Sjors deed net of hij het feestvarken was en dat doet de kerstman ook. Dan vergeten de mensen het kindje in de stal. Snappie?’

Met een mond vol lekkers mompelt Stefan iets onverstaanbaars. Het zal wel betekenen dat hij niet naar het warenhuis gaat met Japie.

Opa lacht tevreden en vraagt dan ondeugend: ‘Zeg. Nu iets anders. Krijg ik geen cadeautjes?’ O wee, Dat zijn ze helemaal vergeten.

Vraag 1: Waaraan denken de christenen met Kerst?

Vraag 2: Waarom vinden christenen dat de kerstman niet bij het kerstfeest hoort?

Vraag 3: Wat wil jij vieren?

Download PDF