Bijbelverhalen

ILL. 034 Het geschenk van het Opperhoofd

Het nieuws dat het bleekgezicht met het boek er weer was, verspreidde zich snel door het hele gebied van de Soshone indianen. Van alle kanten kwamen ze aanlopen na de oproep van het Opperhoofd. Ze verzamelden zich op de open vlakte voor zijn wigwam.

 

De man van God, met de Bijbel in zijn handen, groette de indianen vriendelijk en vroeg naar hun welzijn. Het was alweer een tijdje geleden dat Vernietigende Bliksem, het Opperhoofd, en vele anderen besloten hadden de weg van de zoon van de Grote Manitou te volgen, de weg van Jezus. Nu wilde de zendeling hen meer vertellen.

Hij had grote platen bij zich en toonde een plaat van de schepping.

‘God houdt heel erg veel van u.’ zei hij. ‘Hij maakte de canyons en de watervallen, de sappige kersen en de snelle antiloop…’

 

Vernietigende Bliksem, die aandachtig had geluisterd, zei in zichzelf: ‘Dorstig als de woestijn was mijn hart. De Grote Manitou gaf mij zijn eeuwige water. Ik wil hem danken met een geschenk.’

 

Waardig, met zijn prachtige verentooi op zijn hoofd, liep hij naar de zendeling, die verbaasd ophield met zijn toespraak. Onder doodse stilte legde hij zijn tomahawk aan de voeten van de zendeling en zei:

‘Vernietigende Bliksem, opperhoofd der Soshones, geeft zijn tomahawk aan Jezus.’

 

De zendeling dankte vriendelijk en vervolgde zijn toespraak.

Weer op zijn plaats gezeten, zijn benen gekruist, luisterde het Opperhoofd verder.

‘God heeft u lief, zo lief, dat Hij zijn enige zoon heeft gegeven om voor ons te sterven.’

De grote gekleurde plaat van Jezus aan het kruis werd nu getoond.

‘Wat moedig en dapper was die zoon van de Grote Manitou,’ dacht Verschrikkelijke Bliksem. ‘Mijn ziel is zacht in mij als bij het kijken naar de ondergaande zon. Ik wil Hem vereren met een groter geschenk.’

Weer stond hij op, pakte zijn deken uit zijn wigwam en liep naar voren. Verrast keken de Indianen toe. Gaf Vernietigende Bliksem zijn deken weg? Zijn mooie gekleurde deken, die hem warm hield in lange koude nachten?

‘Opperhoofd Vernietigende Bliksem geeft zijn deken aan Jezus Christus. klonk het fier. Zonder een enkel teken van spijt legde hij zijn kostbare schat aan de voeten van de zendeling. Ook dit keer nam de zendeling het geschenk met een buiging aan.

Hij was er werkelijk door geroerd. Was het misschien daardoor dat hij nog mooier over Jezus vertelde?

 

Vernietigende Bliksem kruiste zijn armen voor zijn borst en bleef staan luisteren. De woorden van het Bleekgezicht misten hun uitwerking niet. Zijn gedachten klaagden hem aan. Was het wel genoeg wat hij had gegeven?

‘Grote Manitou brengt mij later naar het huis met de vele wigwams,’ overwoog hij. ‘Hij rookte de vredespijp met mij, terwijl ik toch zijn vijand was. Ik wil Hem nog meer geven.’

 

Weer ondernam hij actie. Aller ogen volgden hem gespannen, hoewel de strakke gezichten van de indianen geen emotie mochten tonen. Met de armen gekruist voor de borst keken ze toe wat hun Opperhoofd nu weer ging doen. Hij had al zijn tomahawk en zijn deken weggegeven. Toch niet zijn…

Ja hoor! Waardig liep Verschrikkelijke Bliksem naar de paal waaraan zijn prachtige pikzwarte paard Iltshi was vastgebonden. Het dier brieste van blijdschap dat zijn baas er aan kwam.

Alleen echte indianen weten wat een vurig sterk paard voor een man betekent. Dag en nacht draagt het dier hen. Als men moet vluchten kan een goed paard je redding zijn. Het moet lange tijd zonder water kunnen, steile rotsen beklimmen, zich doodstil kunnen houden als er vijanden in de buurt zijn. Kortom, zo’n beest is goud waard.

En nu. Kijk eens… Het Opperhoofd leidt zijn kostbare volbloed naar de zendeling, overhandigt hem de teugels met de woorden:

‘Verschrikkelijke Bliksem schenkt zijn paard aan Jezus Christus. Uch!’

 

Ja, nu heeft hij echt alles gegeven. Een tevreden gevoel komt in zijn hart. Maar al spoedig maakt het weer plaats voor twijfel als de zendeling voortgaat met een gedeelte uit de Bijbel te lezen.

‘Broeders, omdat God u zoveel heeft geschonken, smeek ik u dat u uw lichamen stelt tot een levend heilig en God welgevallig offer… Rom. 12:1,’ luiden de woorden.

 

Och, het Opperhoofd heeft nu wel zijn tomahawk, zijn deken en zijn paard gegeven, maar zichzelf? Nog eenmaal loopt hij naar voren, nu met lege handen. Voor de ogen van al zijn onderdanen knielt hij neer en weet je wat hij zegt?

‘Verschrikkelijke Bliksem, Opperhoofd der Soshones, geeft zichzelf aan Jezus Christus.’

 

Nooit is de stam van de Soshones dit moment vergeten.

Nog heel lang werd er in de wigwams nagepraat over dit voorval en vele squaws vertelden het door aan hun kinderen.

 

Download PDF