Hebben jullie ook een navigatiesysteem in de auto dat de weg wijst. ‘Bij de volgende rotonde slaat u rechts af…’ Handig, hè? Via een satelliet hoog in de lucht krijgt jullie auto precies de gegevens door om op je bestemming te komen. Dat is een uitvinding van de laatste tijd. In Bijbelse tijden bestond het nog niet. Toch had Jezus ook een besturing vanuit de hoge en wel door precies afgestemd te zijn op zijn hemelse vader. Luister maar naar het volgende verhaal.
‘Jezus,’
‘Ja, Vader.’
‘Dit is de dag. Sluit je zaak en doe waartoe Ik je heb gezonden.’
Jezus de timmerman uit Nazaret, dertig jaar oud, knielt bij het houtblok dat hij aan het bewerken is.
De stem van zijn Vader klinkt luid en duidelijk. De grote opdracht is gekomen. Op dit moment heeft Jezus jaren gewacht.
‘Vader, ik ben er klaar voor. Uw wil geschiede!’ fluistert hij ontroerd.
De belangrijkste drie jaar van de hele wereldgeschiedenis zijn aangebroken. Het reddingswerk van Jezus neemt een aanvang.
In die tijd was er in Israël een man, Johannes genaamd, die bij de oversteekplaats in de Jordaan tegen de mensen ging staan prediken. Hij had een rauwe stem die je door merg en been ging, een onverzorgde baard en een wilde bos haar. Toch was hij uit een bekende priesterfamilie, de zoon van Zacharias en Elisabet. Alle inwoners van Jeruzalem spraken over hem. Was het een gek? Aan zijn uiterlijk te zien zou je zeggen van wel. Een magere man op sandalen in een kameelharen jas, die door een leren riem werd bijeengehouden. En weet je wat hij at? Sprinkhanen en honing van wilde bijen. Maar de woorden die hij sprak waren niet van een dwaas. Hij waarschuwde de mensen om toch vooral te gaan leven zoals God het wilde.
‘Bekeer je want het koninkrijk van de hemel is nabij!’
Nee, de overgrote meerderheid van het volk vond hem toch meer op een profeet lijken, zo iemand als Elia die ook een harige mantel had. En de bijbelleraars zeiden tegen elkaar: ‘Staat er niet in de boekrol van Jesaja, dat er zo iemand zou komen vlak voordat de Messias op aarde komt? Dit is vast de voorloper die de weg bereidt.’ Ze zochten het na en ja, het stond er duidelijk: ‘Iemand zal roepen in de woestijn: Bereid de weg van de Heer!’
Als een fluistercampagne ging het door het hele land: ‘Houd moed. Er komt een eind aan ons lijden. De voorloper is gekomen. Hij predikt bij de oversteekplaats in de Jordaan.’
Honderden mensen gingen naar hem luisteren.
‘De nieuwe wereld komt er aan,’ riep Johannes, ‘Stop dan met liegen en bedriegen. Belijd je zonden aan God en laat je dopen. Dan is er voor ieder van jullie een nieuwe start mogelijk!’
Veel mensen gaven gehoor aan zijn oproep. Ze stonden in een lange rij om ondergedompeld te worden en schoongewassen van hun zonden. Rijken, armen, geleerden en handelaars, zelfs soldaten en Schriftgeleerden, mannen, vrouwen, kinderen. Het ging de hele dag maar door…
‘Ik doop je in de naam van God. Je zonden zijn vergeven. Ga heen in vrede…’
Mensen kregen weer hoop voor de toekomst. De oude dromen over de Messias werden weer wakker over een nakomeling van David, die een nieuwe wereld zou brengen volgens de overleveringen. Maar toen die Messias werkelijk kwam en midden tussen hen stond, herkenden ze hem niet.
Behalve… de Doper, die een neef van Jezus was.
‘Kijk,’ riep hij wijzend naar Jezus, ‘daar is hij, het Lam van God, dat de zonde van de wereld wegneemt.’
De mensen rekten hun halzen uit om een glimp op te vangen van de man die Johannes aanwees. Het was een eenvoudig geklede man, dus iedereen vroeg zich af wat Johannes nou eigenlijk bedoelde met zijn uitspraak.
‘Ik ken die man.’ zei iemand, ‘Dat is een timmerman uit Nazaret.’
Sommigen haalden grinnikend hun schouders op en gingen weer terug naar hun werk.
‘Die Johannes is zo’n warhoofd,’ zeiden ze tegen elkaar. ‘Dat noemen ze nou een profeet! Een Messias uit Nazaret, belachelijk gewoon!’
En Jezus zelf? Had Hij wel gehoord wat Johannes zei? Jazeker en Hij wist dat het de waarheid was. Maar Hij was hier niet gekomen om tot BN-er uitgeroepen te worden. Hij moest gedoopt worden. En daarom zei hij glimlachend: ‘Zeg, Doper, wil je mij ook dopen?’
Johannes was echt niet gauw op zijn mondje gevallen. Hij durfde zelfs koning Herodes de waarheid te zeggen, maar na deze vraag van Jezus was hij met stomheid geslagen. Hij ging er gewoon van stotteren.
‘Wil je gedoopt worden door mij? Ik kan beter aan jou vragen om mij te dopen!’ zei hij verlegen met de zaak.
Jezus schudde resoluut van nee en deed een stap naar voren.
‘Kom op, Johannes,’ zei hij vastbesloten, ‘laten we nu maar doen wat God het beste lijkt.’ Hij legde zijn bovenkleed af en stapte de Jordaan in.
Ik stel me voor dat heel de hemel juichte toen Jezus kopje onder ging. Dat was de allereerste aanvalsactie richting de duivel.
Jezus werd aan ons mensen gelijk en hiermee gaf hij zich over om te sterven.
‘Uw wil geschiede…’
Misschien wilden de engelen wel weer gaan zingen, net als bij zijn geboorte! Ja, wie weet…
Toen Jezus weer boven kwam, druipend van het water, voelde Hij zich heel dicht bij de Vader. Totaal één met hem. Een stroom van liefde ging door Hem heen. Zijn gezicht straalde als van Mozes die met de Tien Geboden onder zijn arm van de berg kwam. Die aanraking van God was zelfs te zien en te horen door Johannes, die later opschreef: ‘Ik zag dat de hemel zich opende en de heilige Geest daalde op Jezus neer als een duif. Ook hoorde ik een stem zeggen: ‘Dit is mijn lieve Zoon, in hem vind ik vreugde!’
Wat een groots moment. Er waren geen fototoestellen of camera’s bij. Niemand die er een tekening van maakte. Maar veel schilders en kunstenaars hebben in latere eeuwen kunstwerken over deze gebeurtenis gemaakt. Die kom je tegen in musea en kerken over de hele wereld.
Die doop van Jezus is ook voor jou heel belangrijk, want het was het begin van de weg naar Golgota, waar jouw zonden door Hem aan het kruis werden gedragen.