‘Hofni!’ De oude, dikke priester Eli, die op een stoel bij de deur van de tempel zit, roept zijn zoon. ‘Hofni, waar ben je?’ Helemaal vooraan bij de ingang, zitten een paar grote jongens. Ze lachen en maken pret met…
OT. 49 – DROOG JE TRANEN, HANNA
Er zit een jonge vrouw op een stenen muurtje voor haar huis. Ze kamt haar mooie, lange zwarte haar. Ze kamt het steeds maar weer zonder erbij na te denken. Haar ogen staan zo triest. Heeft ze soms gehuild? Haar…
OT. 48 – RUTH VINDT HAAR VERLOSSER
’t Is avond in Betlehem. Troostend streelt het zachte maanlicht over de kleine huisjes, die dicht tegen elkaar aan schuilen. ’t Lijkt wel of het stadje slaapt, net als de mensen. De wind fluistert door struiken en bomen. ’t Is…
OT. 47 – GOD HEEFT NOOMI NIET VERLATEN
Er staat een eenzame oude vrouw op een heuvel in het land Moab. Het is Noömi uit Juda. Ze is grijs en haar rug is wat gebogen. Met haar hand boven de ogen tuurt ze vol heimwee in de verte.…
OT. 46 – IK HOUD VAN JOU
Op het mooiste plekje in het dal Sorek staat een oude boom. In zijn bast is een hartje gekerfd met een pijl. Aan de ene kant staat een D en aan de andere kant een S. Onder die boom zitten…
OT. 45 – EEN TEGEN DUIZEND
Wat ruikt het lekker in de wijngaarden rondom Timna. Aan alle wijnranken zitten trosjes groene druiven en er zijn zelfs al behoorlijk veel blauwe bij. Allerlei insecten zoemen bedrijvig rond. Het belooft een goede oogst te worden, tenminste… Kijk daar…
OT. 44 – EEN MISLUKT HUWELIJK
Wat is dat? Simson, de zoon van Manoach, hoort onderweg naar huis iemand kreunen. Speurend kijkt hij rond… Ja, vlakbij hem tegen een dikke boom zit een jonge Filistijnse vrouw. Haar been is dik en opgezwollen. ‘Wat heb je?’ vraagt…
OT. 43 – ANDERS DAN DE ANDEREN
‘Haha, pak hem! Sla hem neer! Goedzo!’ Een paar Filistijnse jongens zijn bezig een oude Israëliet te beroven. De arme stakker blijft kreunend op de grond liggen en de dieven nemen de benen. Waarom doen ze zo gemeen? Hebben hun…
OT. 42 – EEN GEDENKWAARDIGE OVERTOCHT
Soms hoor je oudere mensen wel eens vertellen over grote dingen die God voor hen gedaan heeft. Je hoort van gebedsverhoringen en uitreddingen en dan denk je bij jezelf: Zou God dat nu nog doen, of was dat alleen maar…
OT. 41 – GEEN VLOEK MAAR ZEGEN
Koningen van vroeger waren net verwende kinderen. Ze kregen altijd hun zin, ’s morgens, ’s middags, ’s avonds, ’s nachts. Weet je waarom? Omdat ze macht hadden om te roven te stelen, te moorden. De macht van wapenen. Maar onze…