Ergens in het Samaritaanse land staat een oude ruïne. Vroeger was dit een mooi huis van rijke mensen, maar nu is het een woonplaats voor slangen en spinnen. ‘Iejèhh’ kraakt de scheef hangende deur. Toch wonen hier nog tien mannen.…
NT. 21 JEZUS IS DE GOEDE HERDER
‘Van je één, twee, drie, hup!’ O, kijk nou eens! Zie je dat? Er wordt een man zomaar uit de synagoge gegooid. Met een smak komt hij tegen een afbrokkelend muurtje terecht. Au, au! Wat doet dat pijn. Vanachter de…
NT. 22 – NIET VERDIEND, TOCH GEKREGEN
‘Wat zal ik vandaag nou eens voor je voorlezen, Erik?’ vraagt vader voor het slapen gaan. Erik weet het best. ‘Van die grote maaltijd, pap!’ Ja, dat verhaal uit de Bijbel is Eriks lievelingsverhaal. Vooral die plaat erbij vindt hij…
NT. 24 – De Farizeeërs mogen ook feestvieren
‘Meneer Jozef, de leden van de Hoge Raad zijn gearriveerd.’ zegt een dienaar van Jozef van Arimatea, een belangrijke minister, tegen zijn chef. De minister knikt, sluit de boekrol waarin hij zo aandachtig heeft zitten lezen en overhandigt die aan…
NT. 25 – DIEP GEZONKEN EN THUIS GEKOMEN
In de tijd dat Jezus rondwandelde op aarde, waren er vrome mensen, Farizeeërs genoemd. Zij kenden de Bijbelse geschriften op hun duimpje en keken neer op het gewone volk. Maar Jezus leerde hun een goed lesje. ‘We zijn allemaal afgedwaald…
NT. 26 – LAZARUS LEEFT WEER
‘Zeg, heb je het al gehoord?’ vragen de mensen in Jeruzalem aan elkaar. ‘In Betanië is een man…’ Het gaat dan over de ezelfokker Lazarus, die dood geweest is en door Jezus werd opgewekt. Sindsdien is het gedaan met de…
NT. 27 – DE HOOGSTE EER VOOR NICODEMUS
‘Vader, goed nieuws! Ik ben benoemd!’ Door een mooie, gebeeldhouwde deur van een sjiek huis in Jeruzalem stapt een knappe, niet al te jongeman binnen. Vol trots houdt hij een stuk perkament omhoog. Zijn benoeming tot de Hoge Raad. Het…
NT. 28 – ALS DE STENEN KONDEN SPREKEN
Op het middelpunt van de aarde, in de stad Jeruzalem, stond de tempel van de Here God. Nu zijn er nog slechts resten van over. Een plein, wat zuilen en een stuk muur. Als die oude stenen eens konden praten…
NT. 31 – AL HET GELUK VOOR JORAM
Wat is het toch altijd druk bij de Schone Poort van de Tempel te Jeruzalem. Honderden mannen en vrouwen klimmen dagelijks de trappen op. Ze gaan door de poort om in de Tempel te bidden. Daarom heeft Joram, de verlamde…
NT. 32 – STENEN VOOR BROOD
‘Brood,’ bidt Stefanus zacht, ‘Heer Jezus, we hebben weer brood nodig voor al die hongerige mensen.’ Het is nog warm en droog in Jeruzalem. Binnen enkele weken zal de regentijd aanbreken. Stefanus, de diaken, staat bij de ingang van de…